Haantje de Voorste bij de inhuldigingsfeesten
(1898)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend
[pagina 18]
| |
[pagina 19]
| |
De sierlijke en smaakvolle feesttooi der grachten van Neêrlands Hoofdstad, lokt allen tot zich om den kunstzin der scheppers van al dat schoon, door aanschouwen en kreten van bewondering, hulde te brengen Jan pleizier is eivol beladen met jolige feestgangers. Iedereen is feestelijk gestemd en zelfs de dienaren der heilige Hermandad hebben er een gullen lach voor over, telkens als ze door het overmoedige jeugdige volkje met een pauwenveer worden gestreeld. 't Is een algemeen pretmaken onder een helderen hemel, waarbij de Amsterdamsche jeugd ook niet van achter blijft staan. |
|