Haerlemmermeerboeck
(1973)–Jan Adriaansz Leeghwater– Auteursrechtelijk beschermd26.Een zeker man van de Ryp, ontrent den Troubel) genaamt Coombaart, die een groot geslagt na gelaten heeft, dezelve hadden twaalf kinderen die getrouwt waren, dewelke al te zamen weder kinderen geteelt hadden, terwyle dat Coombaart nog in ’t leven was: Deze voorsz.Coombaart, die is den principalen autheur en aanlegger van de Haring schepen, en van het Nettegaren te spinnen, en te breiden geweest: hy heeft veel van zijn kinderen en geslagte tot Stuer-luiden gemaakt. | |
27.De principale fleur van de Haring-buizen te maken, dat is in de Ryp, en het heeft daar ook al een lange tyt geweest, bykans van den Troubel af, welke aldereerst af gekomen is van twee Mannen van Akersloot, die in de Ryp getrouwt waren, geheten Maarten Pouwels en Willem Jansz, dien ik beide zeer wel gekent heb, dewelke beide Mr. Timmerluiden van Schepen te maaken waren, en daar na zijnder in de Ryp verscheiden M. Timmerluiden van Schepen te maaken gekomen, die het Ambagt geleert hebben, als Gerbrant Jacobsz. Koevens, Arent Hagens, Aris Sentes, Dirk Schouts, Fredrik Schouts, Meinert Jacobsz, Jacob Willemsz, Arent jansz. Prins, Jan Princen, Kees Jan, ende meer andere: zo dat daar in de Ryp, verscheidemaal agtien of twintig Haring-buizen op een voor-jaar gemaakt zyn, tegen Kers-tyt ende Pinxteren. | |
28.Voorts wat aangaat de Buis-vaart of Haring-vangst, is nu nog tegenwoordig zeer sterk in de Ryp, het welke een van de principale ende beste neering in Hollant is, diemen zonder zwarigheit ende bekommering doen mag. | |
29.De Haring wert door de zegen des Heeren uit de Zee gehaalt, daar men geen gelt voor en geeft, waar mede veel menschen haar broot winnen, het zy Timmerlieden, Lyndraaiers, Kuipers, Hekelaars, Spinders ende Breiders, ende meer andere | |
[pagina 12]
| |
30.Ende dat meer is, zo wert de Haring in veel Landen verscheept en weg-gevoert, daar de Coopvaardy-schepen mede haar vragt aan verdienen, in zomma, alst alle gezegt is, zo is de Coopvaardy-vaart en Haring vangst het principaalste welvaren in Holland. | |
31.Alzo dat de Inwoonders van de Ryp zeer naarstig ende kloek zijn om haar broot te winnen, en om haar huis voor te staan, het welke men met Godes hulpe met eeren wel doen mag. Men leest in Timotheum in t vyfde Capittel: Wie zijn huis voor en staat, die is erger als een ongelovige Daaromme is ook het beste, ’t huis inwendig mede wel te bereiden: want den tijd die glyd, en het glas loopt ras: Bereid u huis, gy moet sterven, Ezaias 38. Het is het aldernoodigste, datmen zoekt in de werelt vroom te leven. |
|