Bloemen en knoppen(1878)–Eliza Laurillard– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 178] [p. 178] 's Morgens. Schoone stond, nu weêr het licht 't Duister overwon, En de nevelsprei den straal Niet meer keeren kon. Bloemkens, frisch en rein en fijn, Mild bespat met dauw, Dragen in zich zonneschijn Vol van hemelblauw. Schoone stond, nu weêr het licht 't Duister overwon, - Ied're dauwdrop spiegelkijn Van Gods groote zon! Vorige Volgende