Bloemen en knoppen(1878)–Eliza Laurillard– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 176] [p. 176] Iets van schipbreuk. Het want was weg; het dek gescheurd, Vol nood des scheep'lings lot; Maar 't onheil metend, greep hij ras Al wat hem nog gebleven was, En wierp dat in den boozen plas; - Zoo bleef de bodem vlot. Doch menigeen, te sterk verknocht Aan 't geen hij 't zijne noemt, Is door de dwaasheid, die niet hoort Naar d' aandrang van het wijze woord: ‘Mensch! werp die lasten over boord!’ Tot ondergang gedoemd. Vorige Volgende