Bloemen en knoppen(1878)–Eliza Laurillard– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] Mijne moeder. Ik denk aan 't goede, dat de Vader Mij in mijn goede moeder gaf, En 'k strooi, als cijns van dankb're hulde, Nog vaak mijn bloemkens op haar graf. Iets eenigs is er in de liefde, Waarmede een moederhart bemint, - Een trouwe zorg, een warme teêrheid, Die ge ééns, - die niemand tweemaal, - vindt. Gij kunt de vriend uws vaders worden; Voor moeder blijft gij kind, altijd; En zorg, die laf zou zijn van and'ren, Blijft lief, als moeder ze aan u wijdt. [pagina 132] [p. 132] 'k Denk aan mijn moeder, - trouw in d' arbeid Van vader èn van moeder saâm, - Zoo goed, zoo hart'lijk, - - o! mijn denken Wordt danken, en 'k omkrans haar naam. Ja! zijn de zegeningen vele, Die 's Heeren hand door 't leven weeft, Een goede moeder tel 'k bij 't beste Van wat de goede Vader geeft. Vorige Volgende