Het radioventje vertelt
(ca. 1950-1960)–E. Lathouwers– Auteursrecht onbekend
[binnenkant voorplat]
| |
[pagina 1]
| |
Eerst gaan we naar China. ‘Oeioei.., vlieg ik door de lucht. Ik denk, dat je dat ook weleens in de radio gehoord hebt Ik neem van alles mee: muziek, zang, stemmen van mensen, die wat te vertellen hebben. Stop, we zijn eral, zie je wel hoe leuk de kinderen eruitzien? | |
[pagina 2]
| |
Van China vlieg ik naar Afrika. Oef, wat is't hier warm! Ik zal ook maar mijn jasje uittrekken, net als de kinderen hier. Zien ze er niet grappig uit? En zo zwart hè! Dat komt van de hete zon, die hier altijd schijnt. | |
[pagina 3]
| |
Brr... ik trek maar weer gauwmijn jasje aan en doe een flinke wollen das om, want we zijn hier dicht bij de Noordpool bij de Eskimo's. Er is hier altijd sneeuw en ijs, maar de mensen zijn eraan gewend hoor en zitten er lekker warm in. | |
[pagina 4]
| |
Vooruit wie mee wil klimt maar op mijn rug, we gaan nunaar Amerika. Dit zijn kleine cowboy-kindertjes. Heb je daar wel eens van gehoord? Net als hun Pa zitten ze te paard. Alleen het paard is nog niet echt, maar dat komt pas als ze groter zijn. | |
[binnenkant achterplat]
| |
Hier zijn we in het land der Turken. Het is wel weer wat dichter bij huis, maar ik wed, dat je er toch nog nooit geweest bent. Zoudt jullie ook niet zoo'n mooipakje willen hebben? Misschien breng ik er de volgende keer eens een mee. | |
[achterplat]
| |
Dit is een verrassing, he? Ik heb al je verre vriendjes meegenomen om eens naar de kermis te gaan. Ziet ze hier eens 'n pret hebben in de draaimolen. Dit is het laatste rondje hoor, tot een volgende keer. Dag! |
|