neer ik een exportoverschot aan kan wijzen. En dat kan ik weer niet, omdat mijn leverkosten te hoog zijn. Zo draaien we hier eeuwig rond in een vicieuze cirkel...’
Ik heb een eigenaardige ondervinding opgedaan.
Op die grote boekenmarkt in Madrid wilde ik een modern Spaans boek kopen. Een goed boek.
De boekhandelaar kwam aandragen met Pio Baroja, de Unamuno en Ramon del Valle Inclán.
‘Maar die zijn toch al jaren dood!’
‘U zei, dat u een goed boek wou hebben’.
‘Een goed, modern boek. Wat is jullie bestseller van dit jaar?’
‘De bestseller is Een miljoen doden’.
Maar dat boek is een pil, die je niet onder je arm kunt dragen, en X had me gezegd: ‘Het is literair waardeloos, en documentair onbetrouwbaar’.
Ten slotte nam ik een pocket mee van Zunzunnegui, El Indiano, een wel aardige satire, maar ook al een jaar of tien geleden geschreven.
In een grote boekhandel van Barcelona gebeurde me hetzelfde: ‘Nee, een goed modern boek hebben we niet’.
Ik ging weg met Ik en mijn ezeltje, een heel lief, idyllisch boek, maar ook alweer een twintig jaar oud.
Op een terras op de Ramblas komt een student naast me zitten, die me eerst voor een Amerikaan houdt, en zich dan verbaast dat ik een Spaans boek lees.
Ik vertel hem mijn avontuur, en hij vat onmiddellijk vlam: ‘Ja, goede literatuur verschijnt bij ons niet meer! Ik had ook graag schrijver willen worden. Ik ben dol op het woord, op alles wat kunst is. Maar ik studeer chemie. Wat heb je aan schrijven, als het toch niet gepubliceerd wordt? Maar ik zeg u, mijnheer, dit alles zal niet zo blijven. Het is tegen de geest van Spanje! Tegen de vrijheidsliefde der Cataloniërs. Er komt een uitbarsting. We verdragen die dictatuur van staat en kerk niet langer. Het wordt nog erger dan de burgeroorlog!’
Dat alles, zo maar openlijk, tegen een vreemde op een terrasje!
‘Is er veel opstandigheid onder de studenten?’
‘Er zijn veel min of meer communistische clubs. Ik hoor daar niet bij. Ik wil de ene dictatuur niet voor de andere ruilen. We