Ja, ik ben trots op mijn compagnie deze morgen, trots en gelukkig. Ze is mijn werk, ze is mij meer waard dan een der boeken die ik ooit heb geschreven. Ze is niet slechts een militaire eenheid die er zijn mag, ze is een gemeenschap van vrienden, een klein stukje, reeds thans verwezenlijkt, van het socialisme waarvoor ik geleefd heb.
De order om de wijngaard, die in niemandsland lag, te bezetten, werd met algemene instemming begroet door onze troepen. Reeds lang had het hun dwars gezeten, dat de druiven, die reeds als kleine trosjes zichtbaar werden, dit najaar daar verdorren zouden of in handen vallen van de fascisten. Er was bovendien niet veel gevaar verbonden aan de operatie. Het kwam erop aan de volgende heuvelkam snel en onverwachts te bezetten en er zich in te graven voor het weer dag werd. Alles bij elkaar kostte het ons een dode en een gewonde, niet meer dan we op een willekeurige dag ook hadden kunnen verliezen. De compagnie verwachtte een beloning. In plaats daarvan kwam de reorganisatie, waardoor, binnen een week, de gehele troep uit zijn verband gerukt werd. Alle zes mijn sergeanten werden vervangen door anderen en ik verloor mijn meest vertrouwde soldaten aan andere compagnieën. Toen ik me beklaagde heette het, dat deze manschappen de moraal der nieuwgevormde compagnieën van gemobiliseerden moesten helpen verhogen. Dat kan juist zijn voor iemand met de ervaring van Vico Baruecci, maar waarom dan in godsnaam b.v. de chicquetillos? Francisco Fraijo spreekt uit wat de meesten denken: ‘Manolo kan je niet zetten en wil je isoleren’. Daarbij zijn enkele van de nieuwelingen die ik krijg uitgesproken rapalje. Een type als Machado moest ik al de eerste dag wegens dronkenschap in arrest laten stellen. In de hut van Lopez is diens portefeuille gestolen en ondanks alle onderzoek hebben wij het geld niet terug kunnen vinden. Nu gaan bovendien ook nog Faustino en Felippe weg, die ik heb aanbevolen voor de officiersschool. In een verdrietige bui vraag ik overplaatsing naar een andere brigade. Het effect is verrassend. Nog diezelfde nacht word ik op de commandantuur ontboden en krijg de mededeling, dat mijn overplaatsing reeds vaststond. Volgens een nieuw ministerieel besluit moeten alle buitenlanders naar de Internationale Brigade. ‘Alstu-