| |
| |
| |
Aantekeningen
Blz. 7
2 tweede maal het hier afgedrukte voorwoord komt uit de tweede druk van 1720 (zie het Nawoord); 4 misgezien over het hoofd gezien; 7 drievoet van Apollo in de tempel van Apollo verkondigde zijn priesteres, gezeten op een driepotige kruk, in goddelijke bedwelming haar orakels. Apollo was in de Griekse oudheid de beschermgod van muziek en poëzie; 8 kunstkenners zij die bekend zijn met de regels van toneel- en dichtkunst; 10 ijdel gesnor loze woorden; woorden ... vaam ellenlange woorden (een vaam of vadem is ca. 1,70 meter); 11 zangberg (de wereld van) de dichtkunst, de Parnassus, de berg waar Apollo en de muzen vertoefden; 12 de zaken ... zien de grote lijnen veronachtzamen; 17 historiespelen treurspelen met een historisch onderwerp (wat de meeste hadden); 20 gierigaards ... mallepoëten in deze opsomming van traditionele blijspelpersonages verwijst Langendijk ook naar, volgens hem, goede blijspelen, zoals De vrek (1685) van Joan Pluimer (naar l'Avare van Molière), De knorrepot, of de gestoorde doctor (1695) van Isaäc de Pinto, De dmarsdrijfster (1718) van Pieter de Huybert, De doorslepen vleier (1708) van Frans Rijk (alledrie naar het Frans) en wellicht zijn eigen De zmetser (‘zwetsende pofhanzen’) (1712) en De miskunstenaars (‘razende geleerden’) (1715); 22 losse lichtzinnige; 23 pofhanzen snoevers; 28 Molière Frans blijspelschrijver (1622-1673); 31 Hooft dichter, geschiedschrijver, drost van Muiden (1581-1647). Zijn Warenar (1617) werd in de zeventiende en achttiende eeuw vaak herdrukt onder de titel Warenar met de pot.
| |
Blz. 8
2 Bredero Gerbrand Adriaensz. Bredero (1585-1618), Spaanse Brabander Jerolimo (1617); 3 schikking compositie. Langendijk
| |
| |
betoogt hier dat de stukken van Hooft en Bredero weliswaar qua compositie niet meer helemaal voldoen aan de contemporaine eisen (in deze tijd gebrekkelijk zijn), maar dat hun toneelpersonages karaktervaster zijn dan die van Molière (zie ook het Nawoord); 10 op zijde komen evenaren; romanse verbeeldingen romans waren in de ogen van achttiende-eeuwse kunstkenners vooral producten van de fantasie en dus verbeeldingen van onware, niet-verifieerbare gebeurtenissen; 13 eigen vindingen literatuur van eigen makelij, dus niet vertaald of bewerkt, hier: oorspronkelijk Nederlandse blijspelen; 17 Journal litéraire onregelmatig tussen 1713 en 1737 verschijnend Franstalig tijdschrift, waarin zowel Nederlandse als buitenlandse literatuur besproken werd. Langendijk doelt op een in 1714 anoniem gepubliceerde bijdrage van Justus van Effen over de Nederlandse dichtkunst, waarin staat: ‘Na het heldendicht [epische poëzie] is er geen genre waarin de Nederlanders beter geslaagd zijn dan het burleske’ (deel iii, nr. 1, p. 193); 22 snorkerijen snoevende woorden, grootspraak; 23 Het treurspel ... worden Met het treurspel gaat het de goede kant uit. Langendijk bedoelt dat er steeds meer treurspelen van eigen bodem verschijnen, die ook nog van behoorlijke kwaliteit zijn; 24 brave wakkere, kloeke, flinke.
| |
Blz. 9
vertoners personages; zwijgers stomme (niet-sprekende) personages; 18 tonelen hier: bedrijven, nl. hun decors.
| |
Blz. 11
2 vies grillig, dwaas; 3 schier bijna; ontzind gek; 7 mof scheldnaam voor de Westfalen, die hier als arbeider of bediende werkten; 8 vrij gerust; Maliebaan straat in Utrecht. Een maliebaan was oorspronkelijk een kolfbaan, een plaats van ‘groot vermaak’, zoals Klaar op p.21, ii zegt, waar behalve gekolfd ook druk geflaneerd werd.
| |
| |
| |
Blz. 12
5 maak vrij ... geriefd ga gerust je gang; 7 terwijl ondertussen; 8 verstaat begrijpt; 12 verstaan achterhalen; 15 karos rijtuig; 17 verlicht ingelicht; 19 Franse wijs ... jonkertjes hier wordt de draak gestoken met de mode onder bepaalde jongelui, spottend jonkertjes genoemd, om liever Frans dan Nederlands te spreken. Tegelijk laat Langendijk Jan, die geen jonkertje is, maar een verlopen soldaat, dat Frans ook nog eens verhaspelen (zie ook het Nawoord); 20 je suis vôt serviteur ik ben uw dienaar (vôt = votre); 21 ma belle dame ... grand seinjeur mijn schone vrouwe ... een echte heer (seinjeur = seigneur); 22 pour pas la temps om de tijd door te brengen (pas = passer; la moet zijn le); konvooieren escorteren (legerterm: konvooi, (scheeps)escorte meegeven); 23 reclameren terugeisen; 24 reên (= reden) manier van praten; 26 uit ... gestreken uit het oog verdwenen.
| |
Blz. 13
5 spijt nijd, ergernis; 6 staat kan voeren naar mijn stand kan leven; 9 Ha spijt! Ach!; Ik mocht ... rang mijn stand in aanmerking genomen, zou ik de deftigste dames het hof kunnen maken; 14 kamerling kamerbediende, persoonlijk bediende; trezorier rentmeester, schatbewaarder; 15 is het scheren hou je me voor de gek; 17 mij onderwinden ondernemen; 18 assurant brutaal; fielterij doortraptheid; 20 aêrs anders; 21 dooreen touw ... staken aan de galg.
| |
Blz. 14
3 om te stoten teniet te doen; 5 geen kleintje kaal behoorlijk blut; 7 abelheid handigheid; 14 meent bedoelt; 17 strak straks; 22 beschaard betaald gedokt.
| |
Blz. 15
5 geen kleintje behoorlijk wat; 6 De droes drommels, verdorie; 7 verkoft verkocht; 13 thuis wil leggen wil logeren, overnachten;
| |
| |
15 monsieur de hospes meneer de waard, herbergier; straks meteen; 16 equipage eigen rijtuig (met paarden en koetsier); 19 trek truc; 20 vrinden familie; 25 met Faro's bokken met de noorderzon (Faro = farao; de herkomst van de uitdrukking is onbekend); 26 gespeld voorspeld.
| |
Blz. 16
4 meen ben van plan; staat stand, aanzien; 7 te vrijen het hof te maken; 13 knepen trucs; 15 kleed kleding; 21 Wat hangt er uit Wat staat er op het uithangbord; 23 met me leien (= leiden) meenemen.
| |
Blz. 17
3 plagen ringeloren; 6 casseren z'n congé geven (Franse legerterm: casser = soldaten afdanken, uit dienst ontslaan); ii niemand ... bevatten alleen wie zoiets meemaakt kan het goed (wel) bevatten; 13 te veld bij de infanterie; 16'k accommedeer ... lijf ik maak het hier ieder persoonlijk naar de zin.
| |
Blz. 18
Regieaanwijzing stil stom (d.w.z. Lodewijk en de waard acteren een gesprek zonder hardop te spreken); 6 kapoenen (gecastreerde) hanen; 7 Jij meent ... karrepap Je bedoelt een koeienpoot en een halve liter karnemelkse pap; 8 met een snap snel; 9 harst braadvlees; 10 nuchter kalfsvlees vlees van een kalf dat nog niet gezoogd heeft. Het slachten van nuchtere kalveren en de handel in hun vlees gingen buiten de officiële vleeshandel om; zulk onder de toonbank door verkocht nuchter kalfsvlees zal goedkoper zijn geweest dan een goed stuk braadvlees; 13 't Is wel Goed; kap ... zetten mutsje ... opzetten.
| |
Blz. 19
1 orlietten oorringetjes (Frans: oreillette); 2 dat is wat raars dat is me wat moois; 4 sloof stakker; 5 grootsheid inbeelding; 12 genade
| |
| |
uwe genade, genadige heer (beleefde aanspreektitel voor graven, hier ironisch bedoeld).
| |
Blz. 20
1 Wat zal ... ontmoeten Wat overkomt me nu; 5 flus zojuist; 12 schat kapitaal; 14 rukt ontbreekt; 20 stamnaam achternaam.
| |
Blz. 21
1 nauw precies, gedetailleerd; 6 te vlieden ... gezicht mij te ontlopen, ontwijken; 7 te viervoets in galop, ijlings; 14 in steken mee bemoeien; 16 haast spoedig; 18 in hetkort ... geraken binnenkort iets krijgen.
| |
Blz. 22
5 jou ... zo ik 't vind je mijn bevindingen vertellen; 10 hun best zo snel ze konden; 11 Hij zal ... bekopen Dat zal hem de kop kosten; 12 Alon, dat gaat je voor Laten we gaan, vooruit dan (Frans: alon = allons).
| |
Blz. 23
4 zonderling geval buitenkans; 9 breng ... bescheid breng u gauw bericht; 10 verbeien (af)wachten; 14 staat welstand.
| |
Blz. 24
1 strak (= straks) daarnet; 6 voegen gepast, fatsoenlijk zijn; 9 geslacht familie; 12 pistool gouden munt ter waarde van ongeveer twee gouden (of vier zilveren) dukaten; 16 gort uit het water armeluisvoedsel (in plaats van gort met melk); 17 Ha spijt! Ocharm! O jee!; huur loon; 18 't zo ... geschapen het er hier zo slecht voor staat; 22 prij loeder.
| |
Blz. 25
4 declineren in verval, aan lager wal raken; 5 gevoelig boos; affront belediging; 6 vond vondst, bedenksel; 8 u moest kwellen ...
| |
| |
natuurlijk is u moest zich inspannen om echt boos te zijn en nu bent u 't echt; 16 gehengen toelaten; 25 vereerd geschonken.
| |
Blz. 26
6 pijne moeite (Frans:peine); 7 kwaadje hele klus, lastig karwei; 9 verlegen in verlegenheid; 14 wilje groots zijn wil je rijk (of: van aanzien) lijken; 16 potjebeuling meelpap; 17 stout brutaal
| |
Blz. 27
1 opschrift adres; 2 terecht op het juiste adres; 5 schielijk plotseling; 6 vracht porto; 10 belet opgemerkt; 11 flauw en duister onduidelijk.
| |
Blz. 28
9 maseur mijn zuster (Frans: ma soeur); 11 Fortuin Lot; 15 in 't kort binnenkort; kapitein te voet kapitein bij de infanterie; 17 trap rang; 19 stam afkomst; 22 aan te bieden voor te stellen.
| |
Blz. 29
6 men ... hals zou hij het ons lastig maken; 11 moet ... trakteren moet men tijdens de hofmakerij royaal onthalen; 13 moeit spijt; 17 licht wellicht.
| |
Blz. 30
1 ten eerste meteen, direct; aêr ander; 6 volk personeel; in de krant geschreven verloren voorwerpen, zoekgeraakte kinderen en weggelopen huisdieren werden in de achttiende eeuw vaak per advertentie in de krant gezocht; 7 geobligeerd verplicht, dank verschuldigd; 16 reên woorden; 18 wachten verwachten; 19 hoveling ... eigen is het was in onze toenmalige literatuur min of meer gewoonte om mensen die aan koninklijke hoven verkeerden (hovelingen) als onbetrouwbaar en als vleiers af te schilderen; 21 verscheien anders.
| |
| |
| |
Blz. 31
1 het loopt te hoog u overdrijft; 3 't kan wel zijn 't kan best gebeuren; Astree zeer populaire, vijfdelige herdersroman van de Franse schrijver Honoré d'Urfé (de delen verschenen in Nederlandse vertaling tussen 1644 en 1671). Ook de titels die Klaar hierna noemt zijn van uit het Frans vertaalde herders- of liefdesromans. Dergelijke boeken werden in Langendijks tijd door ‘kunstkenners’ zeer laag aangeslagen: ze zouden onzedelijk zijn en afkeurenswaardig vanwege een te hoog fantasiegehalte. Het is dan ook typerend dat Langendijk ze laat lezen door Klaar en haar er het hoofd door op hol laat brengen (zie ook aantekening bijp. 56, 9: Cats); 5 Lyzanders ... vrijerij namelijk De vrijage van Lysander en Caliste van d'Audiguier, vertaald omstreeks 1630; 6 Bassa ... Koertenij namelijk Bassa Ibrahim van Madame de Scudéry (vertaald 1679) en Mylord Courtenay van E. Lenoble (vertaald in 1702); 7 Cleopatra, Cassandre twee romans van Gauthier de la Calprenède (vertaald in resp. 1654 en 1667); 9 licht makkelijk; 10 steekt ... in wat is daarverkeerdaan; 12 Filisjes de vrouwelijke hoofdpersoon van veel herdersromans heette Filis. Deze Filis trad óok vaak op in herderspoëzie: er zijn in de achttiende eeuw talloze gedichten ‘Aan Filis’ geschreven; 19 betonen bewijzen; 21 gevoed opgevoed; 23 straffe strakke.
| |
Blz. 32
7 bloed afkomst; 8 prij loeder; 9 hoofse juffer adellijke jongedame; 12 reden gesprek; 18 flus gauw.
| |
Blz. 33
3 trein stoet; 5 Ah, tsa! Hup!; 11 hopeloos zonder hoop; wel te staan er goed voor te staan.
| |
Blz. 34
4 galant aanbidder; 5 manchetten verlengstuk van een mouw, ook bij vrouwenkleding; 7 moesjes zwarte sierpleistertjes op het
| |
| |
gezicht (Frans: mouches); koleur blanketsel, opmaak (Frans: couleur); 9 muskus een specifiek parfum; katsjoe soort kauwgom (Frans: cachou); 12 ben ... gehuldzie ik er mooi uit.
| |
Blz. 35
3 voort meteen; 5 kaal berooid, platzak; 6 rede manier van praten; 7 't Is wel Goed; 12 meent denkt; 14 flus zojuist; 15 potentaat heerschap; Hoe is 't gelegen Hoe zit het; 18 kwellen ringeloren.
| |
Blz. 36
1 nicht vriendschappelijke term om een meisje of jonge vrouw aan te spreken van wie men geen familie is; 3 licht misschien; 15 in mijn zin volgens mij; 16 malle vlagen aanvallen van gekte.
| |
Blz. 37
1 braaf edel(moedig); 4 consciëntiewerk een gewetenszaak; 6 heeft geen schijn is onwaarschijnlijk; 7 Vaste brieven Als stond het zwart op wit; 9 ik volg ... spoor letterlijk: ik jaag op de haas. Associatie met twee uitdrukkingen: ‘de haas jagen’, dat wil zeggen vrijen of zoals het woordenboek beschaafd zegt: het minnespel plegen, en ‘een haas vangen’ oftewel een goede vangst doen; 11 toeleg plan, opzet; 12 onderrecht ingelicht; 16 Savojaar inwoner van Savoie, waar in de achttiende eeuw vooral rondreizende schoorsteenvegers, liedjeszangers en marskramers vandaan kwamen: povere (arme) mensen dus, die bovendien koeterwalen, dat wil zeggen een onverstaanbaar mengsel van Waals (Frans) en Nederlands spreken.
| |
Blz. 38
3 houden voordoen; 4 laat ... vervelen is niets mij te veel; 5 droes duivel; 6 Mis ... zinnen ben bijna buiten zinnen; 14 zich ... vindt aanwezig is bij zijn aankomst.
| |
| |
| |
Blz. 39
2 zeden manieren; 6 vergen vragen; 10 Momus ... beklad in de Griekse mythologie was Momus de god van spot en laster, die eens wenste dat de mensen een raampje in hun borst hadden, zodat hij kon zien wat er in hun hart omging; 14 krenken schade berokkenen; 16 daar in het midden; 18 licht wellicht.
| |
Blz. 40
13 verwonnen overwonnen; 19 verholen geheim; 20 Habisloum fantasienaam, waarschijnlijk samengesteld uit habes (Latijn voor ‘je hebt’) en het bargoense lou(m): niets, niks, dat wij nog kennen in de uitdrukking louw loene; 21 's keizers hof wellicht is het hof van de Duitse keizer Leopold i bedoeld; 22 Turken ... stonden in de laatste twintig jaar van de zeventiende eeuw voerden de Turken in Centraal-Europa verschillende veroveringsoorlogen. Ook Polen probeerden zij te veroveren. In 1699 werd de strijd ten nadele van de Turken beslecht met de vrede van Karlowitz.
| |
Blz. 41
1 roem ijdelheid; 5 korts onlangs; 8 meent bedoelt; 9 verluchting vermaak, ontspanning; 17 berucht beroemd; 18 beklaagd beklaagd te worden; zucht genegenheid.
| |
Blz. 42
2 verzin begrijp; 4 O bloed! Nondeju!; 6 koekje (mogelijke betekenis) fooitje; 7 zoek je ... pieren probeer je me voor de mal te houden; 12 verabbezeerd abuis (Frans: abuser); 13 bekant ... geveerdmet kant en veren getooid was; 15 rippretasie Fop bedoelt reputatie; 17 't stee de hofstee, buitenplaats; hui wei (een melkproduct).
| |
Blz. 43
1 plaats buitenplaats; 2 Loof Geloof; 7 verstaat ... zaken heeft
| |
| |
van bijna alles verstand; 11 licht nog eer misschien nog eerder; 15 Ik... treden Ik loop met je mee; regieaanwijzing Binnen Achter de schermen; 17 gij ... gehoord u hebt vernomen wat mijn (wel)stand is; 18 hangt ... u hangt het alleen van u af.
| |
Blz. 44
2 gaaf gift; 7 kaken wangen. Hier ontpopt Lodewijk zich als een petrarkisch dichter: zijn lyrische ontboezeming is namelijk in de stijl van Petrarca (1304-1374), een Italiaanse dichter wiens poëzie over vooral onbereikbare geliefden grote invloed op de dichtkunst heeft gehad; 9 Tyrus plaats in Fenicië, een streek in het huidige Libanon, waar purperkleurige verfstoffen vandaan kwamen; tart uitdaagt, wedijvert met; 13 leên leden, ledematen; 15 siert... poëzeren gebruikt mooie woorden en lijkt wel een poëet; 20 machtig in staat; rede redelijkheid; 21 strafheid strengheid; 23 wat vonnis ... geven aan welk vonnis u ook zult vellen; 27 op uwe driften over uw emoties.
| |
Blz. 45
2 keur keuze; ii will instemming; 14 bijzijn gezelschap.
| |
Blz. 46
3 moeit spijt; 6 't salet de salon; 7 staag voortdurend; 10 Poerlaron fantasienaam, wellicht afgeleid van de Franse v/oorden pour ‘voor, als’ en larron ‘dief, rover’ ii ze aan ... presenteer juffrouw mijn dienst aanbiedt (madamoizel = mademoiselle). In de negende scène spreekt Hans een mengsel van Frans met een Nederlands accent en Nederlands met een Frans accent. In het Nederlands laat hij de h vallen (eel voor ‘heel’) en spreekt hij g/ ch uit als k (dak voor ‘dag’). De Franse j spreekt hij uit als z (ze voor ‘je’, het Franse woord voor ik).
| |
Blz. 47
1 voorgekomen onder ogen gekomen; 3 aangebracht aangeboden;
| |
| |
6 poer de kieke (= pour te kijken of de kijk) om te zien; 7 bon (Frans) goed; 12 daam dames; 14 cinq mille ecuus vijfduizend ecu's (een ecu was een Franse daalder); 18 dingen afdingen; zowaar ze leven zowaar ik leef; 19 ma foi werkelijk, heus.
| |
Blz. 48
2 son exelertse (= excellence) zijne excellentie; 3 kewon (= gewonnen) verdiend; 5 volle eis ... uw zin zijn vraagprijs ... als u daar zin in heeft.
| |
Blz. 49
7 al te slechte gaaf een klein presentje; 8 ontsteken ontstoken; 10 Daar ... overig Er viel niets meer te zeggen; 13 te voren leggen voorleggen; 17 koezijn neef (Frans: cousin); 22 niets poorloos bij zinnen.
| |
Blz. 50
5 hebt gij brieven met de brieven in deze passage worden geldwissels bedoeld (zie de briefdiejan aan het eind van deze scène laat vallen en die Charlotte in de volgende scène leest). Lodewijks opmerking is echter ook nogal woordspelig. Met de uitdrukking ‘hij heeft een brief’ werd een opschepper, een malle kwast aangeduid, maar zij kan ook betekenen: hij hangt de grote heer uit; 9 ginje een muntsoort (Engels: guinea); 10 wat ... maken wat kun je met duizend ginjes doen; ii raken komen; 14 zo passelijk het kan ermee door; 18 te voren voor.
| |
Blz. 51
5 Picardije Picardië, streek in noordwest-Frankrijk; 12 Paap Jan legendarische christenvorst van een utopia-achtig rijk, dat in de Middeleeuwen ergens in Centraal-Azië gesitueerd werd, maar in de verhalen geleidelijk verschoof tot het in de loop van de zestiende eeuw vereenzelvigd werd met Ethiopië. Papejansland was in veel van die verhalen een christelijk-politiek equiva- | |
| |
lent van het even legendarische Luilekkerland; 13 de cham ... Tartaren Jan, die het eerder over Ethiopië had, husselt hier achteloos de Aziatische en Afrikaanse geschiedenissen van Paap Jan door elkaar. Het Tartaarse rijk lag in Mongolië (‘cham’ spellen we tegenwoordig: khan); 15 verbrust vervloekt; gestuit verhinderd, tegengehouden; 16 meen ... betalen ben van plan dat beest spoedig die schelmenstreek betaald te zetten; 17 drommel duivel; 18 geaffronteerd beledigd; 19 afgesmeerd afgeranseld; 22 hekel plankje met opstaande scherpe tanden, gebruikt in de vlasindustrie (nog bekend in de uitdrukking ‘over de hekel halen’).
| |
Blz. 52
6 al mee ook; hachje buit; 8 bruit doet, raakt; 14 vrij maar; kortsmijl grappenmakerij (Duits: Kurzmeil); 19 toegeleid toegedacht.
| |
Blz. 53
6 fielt schurk; losheid loslippigheid; 17 regaleren onthalen.
| |
Blz. 54
5 bestaan (erop) wagen, doen; 6 tot... raên zulk een handelwijze aan te raden; 7 uitsporig onbetamelijk; welleven fatsoen; 8 huw'lijksgoed bruidsschat; 10 onvermogen geldgebrek; 13 iets ongemeens niet zomaar iets; 14 't niet uitvoeren kan het me niet kan veroorloven.
| |
Blz. 55
4 vereren schenken; 5 Wilt ... beginnen Ga maar gerust je gang; 6 wel ... beslaan goed voor ons aflopen; 10 contenteren yoldoen, tevreden stellen; 14 le grandbanquier de grote bankier; 15 Zij ... verschenen Ze zijn betaalbaar aan toonder; 17 courant in de piaatselijk gangbare muntsoort.
| |
| |
| |
Blz. 56
2 verlegen er verlegen om; 't Is n>el ... zal Goed ... dat zal ik doen; 3 belezen verleiden, bepraten; 6 slechte staat eenvoudige stand; 7 kan ... zinnen kun je je zoiets mals in 't hoofd halen; 9 Cats Jacob Cats (1577-1660), auteur van het door Klaar bedoelde toneelspel Koninklijke herderin Aspasia, waarin Aspasia uiteindelijk trouwt met koning Cyrus. Ook deze titel past keurig in Klaars pastorale lectuur (zie aantekening bij p. 31, 3: Astree); 10 haar zodra ... liet haar nauwelijks had hij haar gezién ofhij liet haar; 14 in mijn zin volgens mij; 17 boert grappenmakerij; 22 ordinarisje eethuis, gaarkeuken; recht gelijk.
| |
Blz. 57
3 uitsporigheden dwaasheden; 4 beleggen overleggen; reden woorden; 6 verstaan begrijpen; 9 schielijk haastig.
| |
Blz. 58
1 reis keer; 3 cordiaal goedgeefs; 4 geen kleintje behoorlijk; 5 schijven duiten; 7 heb ... weg heb de juffer ingepalmd; licht waarschijnlijk; 14 licht makkelijk; 16 kaalheid berooidheid; hoerentperk oplichterij; 18 vernomen geïnformeerd.
| |
Blz. 59
3 mijzelf gekweten mijn huiswerk gedaan; 6 tas meid, vrouwspersoon; 7 platen duiten; 9 Oost-Indje Indië (nu Indonesië); dat je 't vat moet je weten; 10 deuze ... schat dit ... kapitaal; 11 veurschreven en veurzeid voormeld en voornoemd; 17 hospes, goê gezel waard, goede vriend.
| |
Blz. 60
5 pozito, ze was wat licht gesteld, ze nam het (zedelijk) niet zo nauw (Latijn posito: gesteld); 13 te stillen de mond te snoeren; 16 braaf flink.
| |
| |
| |
Blz. 61
3 haal... hals neem dat terug; 6 doorsteken doorstoken; 8 leur futiliteit; 11 point punt; 12 kozijn neef (Frans: cousin); 14 krenken verwonden.
| |
Blz. 62
1 Jan Gat sukkel; 2 erin steekt mee bemoeit; vuistlook een pak rammel; 3 zeggen noemen; 10 moeit spijt; kwestie ruzie; 12 Selleweken (verbasterde vloek) Bij Gods heiligeweken; 14 heur snijen van de beurs ze wat lichter maken.
| |
Blz. 63
2 ontmoet overkomen; 3 intijds tijdig; 8 te stuiten tegen te houden; 11 dartel lichtzinning; 12 rede redelijkheid, verstand; 18 malt dolt; 19 in 't kort kortom; verboôn verboden.
| |
Blz. 64
1 leên (= leden) ledematen; 6 Licht Wellicht; 8 ontzag gezag; 10 Neem Vind; 15 wat bruit het jou wat kan het jou schelen; 16 in 't kort (binnenkort; 17 vieze dwaze; 18 spijt nijd; 26 kool... eten je kletst maar wat.
| |
Blz. 65
1 weet je... klaar weet je er iets op? Zeg me dat dan nu meteen; 6 licht waarschijnlijk; 9 ried aanraadde; 17 genade genadige vrouw (beleefde aanspreektitel voor gravinnen, hier ironisch bedoeld); 20 bont bont uitgedost; 21 Bloed Nondeju; 22 geen kleintje... schroeven flink in de war.
| |
Blz. 66
11 omtrent in de buurt; 12 slag van Ekeren in deze en volgende passages (tot en met p. 67, 15: Bergen in Henegoumen) somt Jan veldslagen en belegeringen op die plaatsvonden in de jaren 1702-1709, tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1714).
| |
| |
Hij noemt natuurlijk plaatsen waar de alliantie van onder meer Engeland, het Duitse Rijk en de Republiek zegevierde over Frankrijk en Spanje. Strijdtoneel waren vooral de Zuidelijke Nederlanden (nu België), die toen deel uitmaakten van het Duitse Rijk. De slag bij Ekeren, dat pal boven Antwerpen ligt, vond plaats op 30 juni 1703; 14 Luik... Keizersmaard inname van Luik en Keizerswaard in 1702, van Hoei in 1703; 16 Schellenberg overwinning bij Schellenberg (Duitsland) in 1704; 17 Roermond en Stevensmeert overgave van Roermond en het wat zuidelijker gelegen Stevensweert in 1702; 18 knapkoek kinderspel; Hoogstet overwinning bij Höchstädt (Duitsland) in 1704; 20 in 't mater dringen het water in drijven; 21 Ramillies slag bij Ramillies (België) in 1704; 22 uit klucht voor de grap.
| |
Blz. 67
2 Turijn slag bij Turijn (Italië) in 1706; 3 Oudenaarde overwinning bij Oudenaarde (België) in 1708; 5 Menen... Aath inname van Menen en Dendermonde in 1706, Doornik 1709, Rijssel 1708, Aath 1706 (alle België, behalve Rijssel = Lille, N00rd-Frankrijk); 9 Malplaquet slag bij Malplaquet (N00rd-Frankrijk) in 1709; 15 Bergen in Henegoumen: inname van Bergen (= Mons, België) in 1709; 21 fatsoen vorm; 22 in de lij (scheepsterm) in een verschrikkelijke toestand; 25 rok legerjasje.
| |
Blz. 68
1 In 't kort Kortom; belezen van de duivel verlossen (door het uitspreken van bezweringen); 2 Joosje de duivel; 16 salet salon (hier bedoeld als ‘het damesgezelschap dat op visite samenkomt in de salon’); 21 drukken onder druk zetten.
| |
Blz. 69
4 al helemaal; 10 meen ik ben ik van plan.
| |
| |
| |
Blz. 70
3 stam stamboom; 4 wapen familiewapen.
| |
Blz. 71
2 vrij gerust; 3 door uw gezicht zodra ik u zag; 6 't al op te zetten alles op het spel te zetten; 8 der vrinden van de familie; 9 licht makkelijk; 11 langen aanreiken; 12 bescheid bericht; 14 Wie... besparen? (uitdrukking) Wie zou niet met zo'n mooi, jong ding het bed in willen duiken?
| |
Blz. 72
1 pimpelmees nuf, poppetje; 6 dan dag en raad komt tijd, komt raad; 22 licht misschien.
| |
Blz. 73
1 mee aangoed ook aan kapitaal, bezittingen; 3 aanstoot schade; 4 happa weg, pleite; 9 hou maar rekening hou de kas maar bij; 14 't Is wel Goed; 15 Daar... schieten Daar geeft de lommerd geen geld voor.
| |
Blz. 74
3 is... geresolveert heeft nog geen besluit genomen; 15 verbrust verprutst.
| |
Blz. 75
2 pas duren het nauwelijks uithouden; 3 bestaan (erop) wagen; 10 door... wegen op veel fatsoenlijker manieren; 20 affront belediging; 21 licht makkelijk.
| |
Blz. 76
2 snijer kleermaker; 3 lakenkoper stoffenhandelaar; manen aanmanen (tot betaling van de achterstallige rekeningen); 4 met... stellen aan het lijntje te houden; 7 Licht Misschien; 14 losheid lichtzinnigheid.
| |
| |
| |
Blz. 77
2 druk benardheid; 8 ik... ondertussen ik sta erbij en ondertussen krijg ik niks; 10 kreet huilde; 14 meen bedoel; licht vast; 19 dartelheid wulpsheid, speelsheid; 21 wacht... haast ik verwacht mijn lief gauw.
| |
Blz. 78
3 op zijn stel op orde; 6 leden ledematen; 7 licht misschien; 9 doen verstaan vertellen; 13 bloed kerel, domoor; 14 uitgelezen uitverkorene; 15 voogd meester.
| |
Blz. 79
7 't Is... horen? Goed, wil je nergensnaar luisteren?; 10 tot spijt van in weerwil van; bruien hinderen; 11 hangbroek voddenbaal (iemand wiensbroek van 't lijf hangt); een puikje... almenak wellicht een zinspeling op het feit dat de illustraties in toenmalige almanakken, veelal goedkoop geproduceerde boekjes, van nogal onbeholpen kwaliteit waren. ‘Portret’ was ook een ironische of geringschattende beschrijving van een persoon: sujet, heerschap (vergelijk het tegenwoordige: ‘dat is me een portret’); 12 beeld beeltenis, portret.
| |
Blz. 80
1 jou zo houmen zo doen; 5 wil... bewaren pas toch goed op jezelf (oftewel: op je maagdelijkheid); 7 zorg... mij maak je om mij geen zorgen; 8 je... paspoort je krijgt je congé; 9 mortepaai... schennen (vermoedelijke betekenis) die klaploper (of bedrieger) moet ons dan te gronde richten (Frans morte paye, ‘dode soldij’, soldij die wordt uitbetaald aan invalide soldaten en matrozen die niet meer in dienst zijn); 10 karonje feeks, helleveeg (Frans: carogne); 11 waarnemen opwachten; 12. stokvis gedroogde kabeljauw; 14 voort daarna; zo... potjebeuling tot moes; 16 op jouw kop... vangen je zo'n pak slaag geven; 23 dat gaat je voor vooruit dan.
| |
| |
| |
Blz. 81
1 is mij evenveel maakt me niet uit; 6 Daar sla... op de koop woordspel op ‘slaan’ en ‘(oor)vijgen’ daar sla geluk toe (daar moge geluk op volgen) is wellicht ontleend aan Hoofts Warenar; 7 ankers een anker is ongeveer achtendertig liter; stoop inhoudsmaat van twee liter; 8 trekken trucs; 13 verdichte valse; 15 licht misschien; 16 messieurs heren.
| |
Blz. 82
1 voor een guit als schelm; 7 ommegang manieren; 10 wijzer wijzere mensen; 12 voert staat houdt er de levenswijze van een aanzienlijk persoon op na; 't gaat... kleren het laat hem onverschillig. Deze passage is te lezen als: het doet hem niks als hij me geld (een pistool) geeft, oftewel geld speelt voor hem geen rol; 19 ontdekken leren (eigenlijk: onthullen); 20 frère broer; 21 al binnen helemaal gestrikt, verschalkt; 24 flus en passant straks in het voorbijgaan; 26 wachten opwachten; Hang... op Hang gauw de theeketel boven het vuur.
| |
Blz. 83
1 tsa vooruit; 9 hoepelstokken de stokjes waarmee kinderen hoepels voortrollen (de bedoeling is niet duidelijk: waren hoepelstokken goedkoper dan echt brandhout? Brandden ze slechter?).
| |
Blz. 84
1 gehengen toestaan; 3 in horens: om horens opgezet te krijgen (dat wil zeggen: de bedrogen echtgenoot te zijn); 4 drommel duivel; 10 gedachten verwachting.
| |
Blz. 86
3 raar zelden; 5 dat ik gelopen heb om betaling gekomen ben; affronteren het lastig maken; 12 wel bewaard welvoorzien.
| |
| |
| |
Blz. 87
4 Item Punt (van een lijst); rijgelijf keurslijf; 6 geen ... getaakt flink van gestolen; 7 rechtdraad linnen; 10 schier ontzind bijna gek; 11 zij zijden; 13 tabbertje japonnetje; 14 toen ... door de schaar toen knipte je de stof zo, dat je er zelf nog aan overhield, dus: toen heb je van mijn stof gestolen; 15 baai flanelachtige stof; 16 monstering garnituur (opgenaaide strikken, linten, kant en dergelijke); 18 lood stukjes lood (om een mouw goed te laten hangen).
| |
Blz. 88
2 de brui ... daarvan er genoeg van; 3 laat... verzaken geeft steeds niet thuis (verzaken is ook een juridische term voor: zijn/haar geldelijke schulden niet erkennen); 4 kwâ geesten (schertsend) schuldeisers (kwâ = kwade); 8 heeft belet gekregen is verhinderd; 14 onderdaags onlangs.
| |
Blz. 89
7 negotie handel; 9 altoos ten minste (of Ragoe een bestaande stoffenzaak in Utrecht was, is mij niet bekend); 10 paren een paar maken, vormen; 14 op een ander lopen een ander mijn klandizie geven; 20 versloft vergeten te doen; zo als zodra.
| |
Blz. 90
2 krediet ... krenken kredietwaardigheid teniet doen; 3 liên lieden; 9 moeit spijt; 10 verbeiden wachten; 14 verkloeken vermannen; 15 flus straks.
| |
Blz. 91
6 ik zal dat zal ik doen; 14 hopman kapitein van een compagnie soldaten.
| |
Blz. 92
1 is het van gaat het over; 2 mee poejeet ook poëet; steekt ... in is
| |
| |
daar iets mis mee; 5 De droes Drommels, verdorie; schier verpraat bijna versproken; 7 die ... verstaat die alles van poëzie weet; 8 kluchten ... spellen kluchtspelen .... toneelspelen; 9 de en den het gebruik van naamvallen (verbogen woordvormen) was begin achttiende eeuw al een bron van meningsverschillen; 10 PH ... gezet de spelling ph (in plaats van f) is een wangedrocht en dient afgeschaft; 11 Ae De spelling ae (in plaats van aa); van door; 12 kwansuis quasi; 13 CK De spelling ck (in plaats van k); gebruid in de war geschopt; 15 prullenvarrs prullenbazen, voddenbazen (met woordspel op vaars: vers, dus
prulvers); kwalijk conjugeren slecht vervoegen (hun werkwoordsvormen niet kennen); 16 met ... declineren in hekeldicht flink kleineren (declineren betekent ook: verbuigen en verwijst daarmee terug naar de naamvalskwestie);23 Wat is de liefde groot... het volgende vers is een parodie op de dichtkunst van de zestiende-eeuwse rederijkers, die in Langendijks tijd nog volop geïmiteerd werd. Typerend voor deze dichtkunst en vooral haar imitaties was onder andere de mangroot (de omkering van bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord) zoals in ‘wereld plane’ (wijde wereld), ‘harteke minjoot’ (lief hartje) enzovoort. Verder een overvloedig gebruik van bastaardwoorden: ‘certijn’ (Frans certain: zeker), ‘ruwijn’ (Fr. ruine: ondergang), ‘dangieren’ (Fr. danger: ongeluk, onheil), ‘compleet’ (Fr. complet: volmaakt) en verouderde Zuid-Nederlandse woord(vorm)en als ‘harteke’ (hartje), ‘lieveke’ (liefje), ‘zane’ (spoedig), ‘oorlof’ (vaarwel), ‘bendere’ (ben), ‘verschiet’ (uitstel).
| |
Blz. 93
1 voor het gedicht zie opmerking bij blz. 92, 23; 9 bezeven (vermoedelijke betekenis) beneven(s), tevens; 19 krenken beschadigen; 20 versta ... niet heb ik geen verstand van rijmen; 28 spijt in weerwil van.
| |
| |
| |
Blz. 94
3 Dom de Domtoren in Utrecht; 5 haringbuis boot voor de haringvangst; 7 trawanten lijfwachten; 15 Constantinopelen Constantinopel (nu Istanboel); 21 rechtevoort heus.
| |
Blz. 95
10 morbleu verduiveld, verdorie; 11 point d'honneur (punt van) eer; 14 handen ... verkoft (= verkocht) bedoeld wordt de vleesbank, waar de slager zijn vlees uitstalde. Een nogal plastische manier om te zeggen: blijf met je handen van Klaar, ze is van mij.
| |
Blz. 96
2 endje staal als plat beschouwde aanduiding voor degen, zwaard en dergelijke; zo ... smeren zo'n aframmeling geven; 3 extimeren hoogachten (Frans: estimer); 7 krijgen pakken; 8 vrij maar; 9 rotting wandelstok; 10 meen ... te meten van plan ben je zo'n pak slaag te geven; 12 ongelijk onrecht; 17 râ (= raad) aanraad.
| |
Blz. 97
1 vereer schenk; 3 seldrementen potverdorie; 4 rottingolium pak slaag met de rotting (onzinwoord uit rotting (wandelstok) en olium (quasi-Latijn)); 12 mits conditie op voorwaarde (dubbelop: beide woorden hebben dezelfde betekenis); 15 reis keer; 18 briefje de trouwbelofte; 21 het schrift de trouwbelofte.
| |
Blz. 98
1 geeft ... klem zet de zaak kracht bij; 4 bruit raakt; zo ... schik zoals ik het regel; 10 gearresteerd geregeld, besloten; uitgelezen uitverkorene.
| |
Blz. 99
1 raar mooi; 4 brui boel, rommel; 14 op open.
| |
| |
| |
Blz. 100
9 gepraktizeerd Jan bedoelt geprakkizeerd, uitgedacht, bedacht; 12 bonnet hoedje, muts met slappe rand; 13 senielje (= chenille) zijden, fluwelen of katoenen versiering; 15 granaten granaatappels, hier is waarschijnlijk de afbeelding daarvan bedoeld (als symbool van de overwinning?); 19 vlijen bij elkaar passen.
| |
Blz. 101
2 kale gewone; 3 ten eerste meteen; 4 dat ... dragen dat kan ze niet doen als juffers met familiewapens uitgedost zijn; 7 meen ik ben ik van plan; laken wollen stof; 9 dertig ellen ongeveer tweeëntwintig meter; 10 wapens afbeeldingen van familiewapens; 13 Schipio ... Hanebal verwijzing naar de Romeinse veldheer Scipio Aemilianus, die in 146 v. Chr. Carthago verwoestte (in de derde Punische oorlog), en de Carthaagse veldheer Hannibal, die eerder (in de tweede Punische oorlog) de Romeinen verslagen had, na zijn befaamde tocht over de Alpen in 218 v. Chr. Na een overwinning hielden veldheren, in een zegewagen, een triomftocht.
| |
Blz. 102
7 exkuze moi (= excuse moi) excuseer mij; 8 ma foi (Frans) werkelijk, heus; 9 diverteren vermaken (Jan bedoelt derangeren: ontrieven); 16 de brui het gedonder.
| |
Blz. 103
10 rapier lange, puntige degen; 13 pikken drommels; 19 verstoort boos maakt.
| |
Blz. 104
1-2 Stokski ... Bokski: de uitgang -(s)ki moet Slavische, in dit geval Poolse herkomst suggereren. ‘Stok’ verwijst wellicht naar de gelijkluidende term uit het kaartspel, waarmeejan en Lodewijk in hun onderhoud voorzagen, starost (Russisch) betekent
| |
| |
‘hoge ouderdom’, Lakkeiski is ongetwijfeld afgeleid van lakei, Waiwode is onduidelijk, Bokski kan alleen dan naar de herberg 't Bokki in de Haarlemmerhout verwijzen als die al in 1714 bestond (omstreeks 1730 stond die herberg in ieder geval als louche bekend); 3 pasmentengoud we moeten hier vermoedelijk denken aan gouddraad gebruikt voor passementen: linten, strikken en andere garnituur, nepgoud dus; kroonslakei moet wellicht gelezen worden als ‘de gekroonde lakei’, zoiets als een carnavalskoning: een nepkoning. Een andere mogelijkheid is dat er gedoeld wordt op een (al of niet gefantaseerd) uithangbord van een kroeg (op het plein); 6 blind onbegrijpelijk; 7 betrekken erin laten lopen; regieaanwijzing schielijk plotseling; schielijk meteen; 13 geweer degen (eigenlijk elk soort van wapen); 14 de drommel ... schennen de duivel hale je.
| |
Blz. 105
1 Gans vijven verbastering van ‘bij Gods (= Christus') vijf wonden’; 3 gij voorhebt in uw schild voert; 8 Messieurs ... klimmen leren bedoeld wordt dat de diender (hapscheer) de heren deserteurs en paardendieven moet leren de ladder naar de galg te beklimmen; 11 gaf... voet gaf anderen gelegenheid; 12 voort meteen.
| |
Blz. 106
2 Mijn volk ... brui Mijn hele familie is; 5 stel... tevreên rustig maar; 7 door de spitsroê lopen spitsroeden lopen was een militaire strafoefening, waarbij de gestrafte tussen twee rijen van ‘tuchtigers’ moest lopen, die uitgerust waren met lange, dunne roedes (spitsroeden) om de gestrafte mee te slaan; 9 kitt'len op mijn huid slaan; 12 Pas Pas op; 14 braaf edelmoedig; 16 conditie voorwaarde; 18 in 't kort weldra; 20 teerde en smeerde een overdadig leven leidde.
| |
| |
| |
Blz. 107
1 geneerd, beziggehouden; beurzensnijen oplichten; 4 mijn leven van mijn leven; 5 berging redding; 6 heb in 't zin gehad ben van plan geweest; 17 al allemaal.
| |
Blz. 108
3 de schurk... betalen daar zal de schurk voor hangen; 4 flus daarnet; 6 ontsteken ontstoken; 9 last bevel.
| |
Blz. 109
1 o spijt ach; 5 losse min makkelijk gegeven liefde; 6 stel zet, ban; 18 verstaan te horen krijgen.
| |
Blz. 110
4 verpijnt uw smart (pijn) verbijt; 10 perel parel, 14 verstoren onderbreken.
| |
Blz. 111
4 railleren spotten; 14 stamhuis familie; 17 verzet verbaasd.
| |
Blz. 112
6 gij ... bedriegen u zult mij niet bedriegen zoals u de juffers bedrogen hebt; 7 affront belediging; 8 kloppen ... mond uw woorden terugnemen; 13 bloodaard lafaard; 15 Sta af Opzij.
| |
Blz. 113
2 defenderen verdedigen; 4 dus aldus; 5 toeleg plan, opzet; 8 het ganse ... belijdt de hele opzet bekent; 10 betonen bewijzen; 13 ontaard in aard verschil; 14 eer vroeger; 18 Geperst Gedwongen; 21 laas helaas; Fortuin vrouwe Fortuna, het lot.
| |
Blz. 114
4 ontdekken onthullen; 13 vrinden familie; 15 verlicht helderheid verschaft.
| |
| |
| |
Blz. 115
2 ontroert mijn bloed verwart, ontstelt mij; 11 haar ... biên aan haar kom voorstellen; 12 vrij gerust.
| |
Blz. 116
3 onnozel onschuldig; 13 pompernikkel (mogelijke betekenis) kerel (eigenlijk een soort Westfaals roggebrood); 16 uzelf verwinnen uw hand over het hart strijken (letterlijk: uzelf overwinnen).
| |
Blz. 117
3 wat ... gelegen wat doet dat ertoe; 5 schat kapitaal; 9 mee ook.
| |
Blz. 118
3 mijn vrinden ... ontdekken mijn vrienden meteen de hele zaak uit de doeken doen; 9 hofstede buitenplaats; 11 gehengen toestaan; 12 jij ... school je had niet in de gaten wat erachter zat; 13 om de kool voor de grap, om je een poets te bakken; 14 Waal Fransman; 19 mee geen kleintje ook heel wat.
| |
Blz. 119
2 Oost-Inje Indië (nu Indonesië); 5 de adel gebraveerd een weelderig leven geleid; 6 geteerd gegeten; 9 opgezet op het spel gezet; 11 verschot voorschot; 16 mainteneren onderhouden; 23 smert mij doet mij leed, verdriet mij.
| |
Blz. 120
5 het al de brui alles.
| |
Blz. 121
1 druk moeilijke tijden; 2 kale Jan eenvoudig Jan, gewoon als Jan (maar ook: berooide Jan); 9 Bloed ... bekneld Nondeju! Had ik het even benauwd; 10 meen ben van plan; regieaanwijzing schielijk snel.
|
|