Christelijcke en vermakelijcke gesangen(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 229] [p. 229] Vasten-avondt-liedeken, Stemme: Ha que Marget est plaisante. LEst was Keesjen in de vasten Op een pankoecks feest ghenoot, Doe was niemandt van de gasten Van de soete vreughdt ontbloot: VVant hy speelden om een duyt Voor een yeder op de fluyt. 2.[regelnummer] Iapic speelden op het veeltjen, Tryntje maeckte groot gheschal, Iorden dansten met ons Neeltjen, 't VVas by Keesjen niemendal; VVant hy, &c. [pagina 230] [p. 230] 3.[regelnummer] Kloentje speelden met sijn maetje Op de lepels en de tangh, Pietje tapten eens van 't vaetje, Maer ons Keesje gingh sijn gangh; VVant hy, &c. 4.[regelnummer] Al de maets van Bacchus feesten Liepen haestigh tot de pan, Keesje 't puyckje van de geesten Hielt tot op het lesten an; VVant hy speelden om een duyt Voor een yeder op de fluyt. Vorige Volgende