Christelijcke en vermakelijcke gesangen
(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij
[pagina 224]
| |
En Pan spelen op de lier.
2.[regelnummer]
Maer 't en kan my niet vermaken,
VVant een ander mans gheluck
Komt my met sijn prickel raken,
En vermeerdert al mijn druck.
3.[regelnummer]
Dan wensch ick niet meer te leven,
Dan ghenaeckt mijn leste uur,
En dan schijn ick als begheven
Van de voedende natuur.
4.[regelnummer]
VVant mijn innerlijcke krachten
Zijn van alle hulp ontbloot,
En en hebben niet te wachten
Als de wreedtheydt van de doot.
|
|