Christelijcke en vermakelijcke gesangen(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 192] [p. 192] Liedeken, Stemme: Hoe! souden 't kusjes zijn? WAer heen mijn Rosemond? hoe! laet ghy mijn alleen? En sal ick niet verwerven, Een lonckjen of een kus, tot troost van mijn geween? Soo moet ick troostloos sterven. 2.[regelnummer] VVant sonder uwe gunst is al mijn hoop gedaen, Ick vind my gantsch begeven; Mijn leven is mijn doodt, mijn krachten zijn vergaer, Ick kan niet langer leven. [pagina 193] [p. 193] 3.[regelnummer] Hoe soud ick sonder u een uurken konnen zijn? Och neen 't en kan niet wesen: VVant u koralen mondt, en oversoet ghesicht, VVerdt boven al ghepresen. Vorige Volgende