Christelijcke en vermakelijcke gesangen(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 186] [p. 186] Liedeken, Stemme: Que ceste brune est parfaicte. ALs Sylvander lest ginck jagen Daer hy met sijn Herderin, Aen-gevangen had de min, Soo en kost hem niet behagen Noch haegh, noch bosch, noch wildt, noch landt, Doe hy sijn Herderin niet vandt. 2.[regelnummer] Al sijn lust was wech genomen, Al sijn blyschap was gedaen, Hy liep haestlijck daer van daen, En begaf sich tot de stroomen; [pagina 187] [p. 187] En socht alsoo sijn waerdste pandt In 't jeughdigh veldt en op het strandt. 3.[regelnummer] Maer sijn moeyte was verlooren, Sylvanire was daer niet, Die verachte sijn verdriet, En had Coridon verkooren; De Herder mocht wel henen gaen, Sijn liefde stont haer niet meer aen. Vorige Volgende