Christelijcke en vermakelijcke gesangen(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] Liedeken, Stemme: Puis que de vivre sans aymer &c. MEn siet dat by een yder een Een Peerel werdt ghepresen Veel meerder als de schoonste Steen; En datter niets kan wesen Dat een Peerel overwindt Hoe schoon juweel dat yemandt vindt. 2.[regelnummer] Een Diamant is kleyn gheacht, Men soeckt nu gheene Steenen, De Peerlen zijn de rechte dracht, VVie kander ons verleenen [pagina 107] [p. 107] Een die schoonder luyster heeft Als dese Margarita gheeft? 3.[regelnummer] VVel aen dan Musen al ghelijck VVilt dese Peerel eeren, Soo sy het is die u maeckt rijck Laet uwe gunst vermeeren; Soo sal haer çiersel noyt vergaen En ghy sult door haer blyven staen. Vorige Volgende