Christelijcke en vermakelijcke gesangen(1647)–Franciscus de Laat– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Liedeken. Op de vvyse: Van den 3 Psalm. O Heer wat geeft dit dal Veel druck en ongheval! Hoe suchten alle Vromen Om eens te zijn bekleedt Met 't rechte Bruylofs kleedt, En op u Bergh te komen! Ierusalem Godts huys Bevrijdt van alle kruys En vol vermaeck'lijckheden; VVanneer komt doch dien dagh Dat ick u groeten mach, En op u paden treden? [pagina 32] [p. 32] 2.[regelnummer] Upaden meer beplant Als eenigh ander Landt Met alle lieflijckheden; Daer niet als heylsaem kruydt Steeds uyt der aerden spruyt Tot troost van Christi leden: En een verslaghen hert Nae wensch ghenesen werdt, Iae als van nieuws herbooren, Om door een groote kracht Te werden toe-ghebracht Tot Godes uytverkoren. 3.[regelnummer] Mijn Ziel zijt niet gherust, Voor dat ghy werdt ghekust Van uwen VVelbeminden; [pagina 33] [p. 33] En dat ghy tot u loon, Verkrijght soo schoonen kroon Die nerghens is te vinden Als by het Heyligh Lam; Dat tot u neder quam, Als ghy met anghst beladen, Uyt-storten met ootmoet Een bittre tranen-vloet, En socht u te versaden; 4.[regelnummer] Alleen met Hemelsch Man, Dat eeuwigh voeden kan, En vaste spijs kan gheven: Iae niemant werdt ontseyt Die sich te recht bereyt, Om in Godts vrees te leven, [pagina 34] [p. 34] Bedenckt dees groote vreught In 't eelste van u jeught, Ghy ware gunst-ghenooten; Op dat van tijdt tot tijdt U Ziele zy verblijdt, En sie haer heyl vergrooten. Vorige Volgende