[volksdichters]
volksdichters, 1o de dichters die in de M.E. tot in de 16e eeuw hun eigen liederen en verhalen zongen en voordroegen; zwervers, ‘verloren kinderen’ van de ‘orde der rabauwen’, gelijk Heynke de Luyere; 2o de dichters, die door 't gehele volk gekend en bemind worden; Cats, Tollens, Speenhoff.