[De Vermakelyke Avonturier]
Vermakelyke Avonturier, De -, 1695, een der eerste Ned. romans, van Nic. Heinsius; navolging van de Sp. schelmenromans. In de 18e eeuw 7 herdrukken en herhaaldelijk nagevolgd; vertaald in 't F. en It. Burlesk proza, onder het motto: Ridendo dicere verum, quis vetat? d.i. wie zal verbieden, lachende de waarheid te zeggen?
In 1754 De Vermakelyke Avanturesse; in 1760 De Middelburgsche Avanturier. Van 1731 De Nieuwe Avanturier, een Robinsonade.