Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid

[Maarten Harpertsz. Tromp]

Tromp, Maarten Harpertsz. -, 1598-1653, de grote admiraal; bezongen in vele lofdichten na de Slag bij Duins, 1639; o.a. door J. Six, Daniel Heinsius, W. v. Heemskerk, Dan. Jonctys, Jan Zoet, A. Waesberge. In 1652 na de nederlaag tegen Ayscue kwamen er schotschriften; zie ook Maarten. Doch in 1653 het grote lofdicht van Vondel Vrije Zeevaart, na de Driedaagse Zeeslag, ter ere van

de Hòllantsche Amiraal,
Die voor geen zeehelt vlag moet strijcken,
Een man, gelijck een punt van stael,
By geen Romainen te gelycken.....

Verder victorieliederen van Jan Six, Henrick Bruno, Jan Zoet; een Lyck-Klacht van Bruno, een Ter Gedachtenis van Vondel, alsmede een Uitvaert:

[p. 537]

 

Al heeft de Doot het lijf verslonden:

 

De Faem is aen geen graf gebonden.

 

De deught verduurt het kout gebeent.

J. de Decker dichtte bij Tromps dood een sonnet, J. Six een Hemelrouwe, Westerbaen een uitvoerig en nog een puntig Grafdicht, Dullaert een Treur-Zang, D. Jonctys een Lijk-Zucht, J.Z. Baron een Grafschrift, J. Bara Neerlands Treurzang. Het grafschrift op de tombe in de Oude Kerk te Delft is van Vondel:

Hier rust de zee-held Tromp,
de dappere beschermer
Der zee-vaert en der zee,
ten dienst van 't vrye land....