[Trilogie]
Trilogie, dichtwerk of roman, bestaande uit 3 zelfstandige delen: B.v. Vondels Jozef in Dothan, Jozef in Egypte en Jozef in 't Hof, (Sofompaneas.) Ook Lucifer, Adam in Ballingschap en Noach; zie Vondel. Jan Klaaz, Kraambedt van Zaartje Jans en Echtscheiding, van Asselyn, 1682-'85. De Drie Zustersteden van Ledeganck: Gent, Brugge en Antwerpen bezongen. Zo in broza: de Leicester-cyclus van Mw. Bosboom.
Rodenburgs Melibea en zijn Keyser Otto den Derden; Claes Cloet, 3 kluchten van Nicolaes Biestkens.
Trilogie uit het zuiden, gedichten bij de dood van Tollens door J.B. van Rijswijck, 1857.
J. Fabricius, Komedianten trokken voorbij, Melodie der Verten, Dans om de galg; J. v. Ammers-Küller, Heeren, Vrouwen en Knechten, Sans-Culotten, De Getrouwen. Zie ook Rein Brouwer.