[travestie]
travestie, navolging van een dichtwerk, zodat de loop van het verhaal, de personen, de inhoud dezelfde blijven, doch op geheel andere wijze verteld worden; de verheven stijl wordt boertig. Het voorbeeld bij uitstek is de geschiedenis van Aeneas, berijmd door Scarron en naar Scarron door Focquenbroch en door Langendijk. Gewoonlijk wordt de travestie verward met de parodie.