[toneelkritiek]
toneelkritiek, bij schrijvers als Justus van Effen en Simon Stijl. In de 2e helft der 18e eeuw komen de weekbladen:
Schouwburg-Nieuws, 1762;
De Hollandsche Tooneelbeschouwer, 1762;
Ryswykze Vrouwendaagze Courand, 1774;
Nederduitsche Dicht- en Tooneelkundige Bibliotheek, 1781;
De Tooneelspel-Beöordeelaar, 1784;
De Tooneelspel-Beschouwer, 1783-'84;
De Tooneelspectator, 1792;
De Tooneelmatige Roskam, 1799.