[Thirsis Minnewit]
Thirsis Minnewit, een der bekendste liedeboekjes der 17e eeuw, van Johan van Dans, rechtsgeleerde; 1654. Herhaaldelijk gedrukt in de achttiende eeuw. De druk van 1752 heeft 3 delen ieder van 160 blz., gevolgd door de Vrolyke Zanggodin van nog weer 160 blz. Bij Joannes Kannewet te Amsterdam. Een allermerkwaardigste bundel minne-, herders-, volks- en straatzangen. Ds. Tuinman kwam er tegen op in zijn Hemelwerk, 1720; hij had geen oog voor volkskunst en hij vond alle minnedichten verkeerd. In het Minnewit b.v.
Het windje, dat uyt den Oosten waayd
Dat waayd (niet) tot allen tyen:
Al die daer in zijn liefs armen leyd,
Die mag hem wel verblyen.
Een volkslied, dat nog weer is opgetekend door De Coussemaker in 1856 uit de mond van Duinkerker vissers. Verder is er in bewaard Na Oostland wil ik varen.
Een ander vervolg op Thirsis Minnewit was Het amoureuse Lusthof, 17e druk 1793 bij S. en W. Koene te Amsterdam. Thyrsis is de verliefde herder. Zo ook: Minnevlam brandende in 't hart van Thyrsis, om de schoone Amaril, door F. le Bleu, 1640.