Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Melis Stoke]Stoke, Melis -, d.i. Amelis -, Hollands dichter van de Rijmkroniek. De beide eerste boeken, opgedragen aan Floris V, zijn een vertaling van 't Chronicum Egmundanum, voltooid 1291. Verheerlijking van 't Hollandse gravenhuis is de strekking. Stoke verdedigt het recht van de Hollandse graven op Friesland; zijn kroniek is tevens een strijdschrift: Deze pine ende dit ghepens
Sendic u, heer grave Florens,
Waen dat ghi sijt gheboren,
Dat ghi sien moghet ende horen,
Ende bi wat redenen ghi in hant
Hebbet Zeelant ende Hollant,
Endi bi wat redenen dat ghi soect
Vrieslant, dat u so sere vloect.
Na de moord op Floris V zette Stoke zijn werk voort; er kwamen nog 10 000 regels bij, lopende van 1205 tot 1305. Daarbij o.a. de roerende beschrijving van de moord op Floris V. Stoke noemt zich zelf des graven ‘arme clerc.’ Van Alkemade dacht, dat hij uit Utrecht was, Te Winkel denkt aan Zeeland, ook op grond van het geschrift van Susanna Hofker, De Taal van Stoke, 1908. In ieder geval bekleedde hij een aanzienlijke betrekking aan 't grafelijk hof. Het 2e deel van zijn werk is opgedragen aan graaf Willem III, 1305. Zie verder Melis Stoke. |
|