Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Spaanse Letterkunde]Spaanse Letterkunde, sedert de 16e eeuw van grote invloed op de Nederlandse. De Spaanse taal was toen in ons land bijna zo gemeenzaam als tegenwoordig de Franse. Op het toneel heerste de Spaans-romantische school naast de Klassieke. Ridder Rodenburg bracht 1610-'13 aan 't Spaanse hof door; hij was ingenomen met Lope de Vega, die het komische met het tragische vermengt in zijn 483 toneelwerken. Gerardt Brandt maakt melding van de Spaanse stukken, waarvoor men die van Vondel ‘achter de bank wierp’. Pels erkent, dat de Sp. stukken ‘den hoorderen groot vermaak aanbrengen.’ Het was al in 1550 begonnen met den Spiegel der Verdoolder Joncheyt, vertaling van Celestina, in 21 bedrijven. Van Lope de Vega, 1562-1635, vertaalde Izak Vos in 1646 Gedwongen Vriend en De beklaeglycke dwang, 1648. Van Guevara's Gekroonde na haar dood verschenen in 1701 twee vertalingen. Zeer veel werd ook Pedro Calderon de la Barca, 1600-'81, vertaald. Van 't Spaens Heidinnetje maakte Gansneb Tengnagel een toneelstuk in 1643; er verschenen ook nog twee andere in 1644 en '49. Jan Zoet berijmde het ‘potsspel’ Zabynaja of vermomde loosheid, 1648; het was door G. Schaep uit het Sp. vertaald. Katharyne Questiers vertaalde Casimir of gedempte Hoogmoet, 1656; Focquenbroch, Min in 't Lazarushuis, 1674. Te Winkel wees een 40-tal vertaalde toneelstukken aan; 30 stukken zijn bovendien nog uit het Sp. door het F. tot ons gekomen. Van deze 70 stukken werden er 40 in de Schouwburg gespeeld vóór de sluiting in 1672. Eerst met het volle licht op dit romantisch werk begrijpt men het streven van de mannen uit de klassieke school en het optreden van N.V.A. Wat de roman betreft, zie Amadis en Schelmenroman. In 1613 verschenen in één bundel de 12 novelas exemplares (nieuwe verhalen) van Cervantes, weldra vertaald en bewerkt, b.v. La Gitanella de Madrid, d.i. Het Spaans Heydinnetje. Het beroemdste werk van Cervantes, Don Quichote, 1605-'16, vertaald door Lambert van Bos, 1657. In 1746 vet scheen de uitgave van Jacob Campo Weijerman met 31 kunstplaten. Talrijke toneelstukken werden getrokken uit het werk, o.a. door J. Soolmans, S. v.d. Kruyssen, Cornelia Wils, Langendijk en J. v. Hoven. Don Quichote diende als satire van de ook te onzent vertaalde Amadisromans. De betrekkingen tusschen de Ned. en de Spaansche letterkunde, van William Davids, 1918. J.A. v. Praag, La Comedia Espagnole aux Pays-Bas, 1922. |
|