[Seghelijn van Jeruzalem]
Seghelijn van Jeruzalem, oorspronkelijk ridderdicht, ± 1350. Hij is de zoon van een heidense vorst, maar helpt Constantijn de Grote, trouwt diens dochter en wordt keizer van Rome en dan ook nog Paus. Bij Zeven koninginnen wordt hij de vader van de Zeven Vroeden van Romen. De dichter van het schone verhaal heette Loy Latewaert; het verval van de ridderpoëzie blijkt duidelijk uit zulk werk; er blijven niets dan avonturen en wonderen over, samengeraapt uit tal van vroegere werken en nieuw bedacht: de gesel van Christus, het azijnvat, de doornenkroon en de spijkers van het kruis verrichten mirakelen. De ridders houden lange gebeden. Seghelijn is voorgesteld als een nieuwe Graalridder, maar er is geen gevoel meer voor ridderlijke idealen. Zijn vroomheid is misschien de reden, dat het werk in de 15e eeuw gedrukt werd. Uitgegeven door Dr. J. Verdam vanwege de Mij. v. Letterkunde, 1878; naar de oude druk en naar het hs., dat door Dr. E. Martin te Berlijn ontdekt was.