mannenhuis. Deze regenten hadden de keuze der stukken en de rolverdeling, 't beheer over costuums en decoraties. Onder de eerste zes was Willem Dircksz. Hooft, 1637.
Deze Schouwburg gebouwd door Nikolaes van Kampen.
Vondel dichtte de waarschuwing:
Geen kint den Schouwburgh lastigh zy,
Tobackpijp, bierkan, snoepery,
Noch geenerlei baldadigheit.
Wie anders doet, wordt uitgeleyt.
De Schouwburg was gesloten 1672-'77. Verpacht aan Lod. Meyer, Pluimer en P. de la Croix, 1681-'84; aan beide laatsten 1684-'87; zie Pluimer en Poëtenstrijd. Aan David Lingelbach en Joan Koenerding 1687, voor ƒ17 000-ƒ21 000 per jaar; de overeenkomst werd reeds in 1688 ontbonden. Daarna kwam de Schouwburg onder 't beheer van de regenten der godshuizen, die een of twee directeuren moesten aanstellen, waartoe Pluimer en Bernagie benoemd werden, ± 1697. Zie ook Ysbrand Vincent. Bernagie's opvolger in 1699 Mr. P. Nuyts. Het honderdjarig bestaan in 1738 luisterrijk gevierd, met een allegorisch spel van De Marre Het Eeuwgetyde en o.a. met een feestzang Het hondertjaarige Jubilee van Frederik Duim.
Gesloten 1747-'49. Heropend met een stuk van Lucas Pater.
Na de brand van 1772 verrees een nieuw gebouw van hout, ingewijd met Jacob Simonsz. de Rijk van Van Merken. Toen kwam het bestuur aan de Stad, die 4 commissarissen aanstelde. In 1795 ‘Nationale Schouwburg’; zie Snoek. De uitkering aan de godshuizen hield 1796 op. Staatsinstelling 1798-1800, met handhaving van Willem Haverkorn als secretaris.
De ‘voorlopige’ schouwburg van 1774 werd gesloopt in 1872; op dezelfde plaats op 't Leidse Plein werd in 1874 een stenen gebouw geopend met Uitgaan van Glanor, d.i. Hugo Beijerman. Deze schouwburg brandde af in 1890; de tegenwoordige werd in 1895 geopend met een stuk van Schimmel In de directiekamer.
J.H. Rössing schreef de Geschiedenis der Stichting van de nieuwe Schouwburg van 1774.
De Gesch. v.d. Amst. Schouwburg van J.A. Worp werd uit zijn nalatenschap uitgegeven door J.F.M. Sterck, 1920.
Schouwburg te Leiden, 1705; Den Haag 1766; Rotterdam 1774; Utrecht 1794. Nieuwe schouwburg te Groningen 1883; te Rotterdam 1887.