[Dr. Maurits Sabbe]
Sabbe, Dr. Maurits -, 1873-1938, uit Brugge, welke stad hij uittekende in: Aan 't Minnewater, 1899; Een Mei van Vroomheid 1902, en De Filosoof van 't Sashuis, 1907. Dan romans uit de Pruikentijd: 't Pastoorke van Schaerdycke en Het Kwartet der Jacobijnen. Leraar. In 1919 werd Sabbe conservator van 't Museum-Plantijn te Antwerpen. Vandaar zijn studies over Het Plantijnsche Huis, 1924, de Antwerpsche Druckerye, 1926, Rubens en zijn eeuw, 1927; in 1928 De Moretussen en hun kring en nog in 1937 De Meesters van den Gulden Passer over Christoffel Plantijn en de Moretussen. Ook schreef hij een studie over Michiel de Swaen en een studie over Dierkennis en diersage bij Vondel, 1917. Zijn voordracht over Het Proza in de Vlaamsche Letterkunde van 1909 geeft een overzicht van de voornaamste schrijvers. Verder gaf hij Jan Luykens Duytse Lier opnieuw uit. In 1939 verscheen nog zijn opstel Uit den Taalstrijd. Hij was sedert 1923 ook hoogleraar in de Ned. letteren te Brussel. Schreef ook toneelwerk en een studie over Peter Benoit, 1925. En Wat Oud-Vlaanderen zong, 1920. Vondel's Herbarium, 1920. Letterkundige Verscheidenheden, 1928. Brabant in 't verweer, strijdliteratuur der 17e eeuw, 1933. Vondel en Zuid-Nederland, 1939. Studie over hem van Lode Monteyne, 1918.