[Dr. K.H. de Raaf]
Raaf, Dr. K.H. de -, 1871-1948, uit Meden, schreef 1897 zijn proefschrift: Den spyeghel der Salicheyt van Elckerlijc, critisch uitgegeven met inleiding en aantekeningen. In 1910 Uit Potgieters Jongelingsjaren in De Nw. Gids. Zijn monografie over Kloos is rijk gedocumenteerd; 1934. Met J.J. Grisz: Zeven Eeuwen, Spiegel der Ned. Letteren. Verder metrische vertalingen van Alastor van Shelley, 1905; De Cenci van Shelley, 1908; Gyges van Hebbel, 1916. Voorts: Problemen der Poëzie, 1930. In 1943 verscheen zijn studie over Hoffmann von Fallersleben.