[Pyramus en Thisbe]
Pyramus en Thisbe, M.E. sproke van minne; Thisbe, die de dood van haar beminde niet overleven wil. Het eerst bij Ovidius; komt voor in Der Minnen Loep; dan als ridderromance in de 15e eeuw. Dan als drama, vertoond door de Egelantier van Amsterdam, in 't begin der 16e eeuw. Maar daarin is Pyramus = Christus en Thisbe is ‘'s menschen nature’.
Ook Matthys de Casteleyn maakte een spel van Pyramus en Thisbe, in jammerlijk verfranste taal. Zie ook Biens, Gramsbergen en A. Leeuw. De sproke komt ook voor in het Hulthemse hs., uitgegeven door Willems in Belgisch Museum X; een andere bewerking werd uitgegeven door Verdam in de Taalkundige Bijdragen, 1877. Schotel nam de Historie op in zijn Vad. Volksboeken.
Matthijs Grambergen schreef Kluchtighe Tragoedie of den Hartoog van Pierlepon, 1650; dit is een bewerking van een deel van Shakespeares Midzomernachtsdroom, waarin de geschiedenis van Piramus en Thisbe wordt vertoond. Ook de bewerking van A. Leeuw in 1669 heet Klucht ofte Boertig Treurspel; overgezet uit het D.; het is een slechte vertaling van Peter Squenz van Gryphius.
Ook in Pluimers Gedichten van 1723 komt een treurspel Piramus en Thisbe voor. Overzicht in de Bijdragen van Penon.
Humoristische bewerking in Herscheppingen van Charivarius.