Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [proloog] proloog, 1o inleidend voorwoord bij een drama, b.v. bij Esmoreit en Lanseloet; bij het Sacramentsspel; bij De Broeders van Van Eeden; 2o voorrede in een boek. Tegenover epiloog = narede. Vorige Volgende