[Lucas Pater]
Pater, Lucas -, 1707-'81, uit Amsterdam, vriend van Feitama, koopman, vertaalde 1733 het treurspel Cornélie mère des Gracches van Mej. A. Barbier als Cajus Gracchus; maakte in 1749 bij de heropening van de Schouwburg een zinnespel Leeuwendaal hersteld en in 1763 weer een allegorisch stuk De juichende Schouwburg. Hij was ook medewerker aan Van Effens Spectator. Onder zijn toneelwerk verder Het onbewoonde eiland, 1774, een vertaling van een Robinsonade van Arthur Murphy van 1760. Lid van 3 dichtgenootschappen te Amsterdam, ‘blijgeestig’ dichter; bewonderaar van Feitama; vertaalde uit het F. Berijmde Isaäc of de afschaduwing des Heilands naar een D. vertaling van het Italiaans van Metastasio. Uitgeluid door De Bosch, Lutkeman, Asschenbergh en door zijn leerling Nomsz.