[parnastaal]
parnastaal, zogenaamd verheven dichterlijke taal, navolging van de grote dichters door kunstenaars zonder eigen scheppend vermogen, zoals die opkwam in de 17e eeuw; gebruik van versleten beeldspraak. Ds. Vollenhove zei in zijn Lykzang op Vondel:
‘Leert Vondels taal, Parnastaal spreken.’
Hij was er een meester in, zoals ook Ds. Moonen en hun volgeling Rotgans in diens heldendicht op Willem III en in zijn treurspelen. Verder bij Poot. In zijn Boerekermis stak Rotgans de draak met de Parnastaal. Hij zegt tot een boer over een rederijker:
dat heerschap spreekt geen quaadt,
dat gy zyn rede niet verstaat.
en zoo spreeken de Poëeten....
naar Griekenland en Romen.