Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Het Oera-Lindaboek]Oera-Lindaboek, Het -, de uitgave van een z.g. Oudfries hs., bevattende een familie-kroniek van het geslacht Over de Linden, door J.G. Ottema. Cornelis Over de Linden, Rijkshellingbaas te Den Helder, had 1869 het hs. gezonden aan Dr. Eelco Verwijs te Leeuwarden; deze waagde zich echter niet aan een uitgave. Ook J. Beckering Vinckers bestreed aanstonds de echtheid; hij achtte zeker, dat Over de Linden zelf het hs. had vervaardigd. De uitgaven waren: Thet Oera Linda bôk, d. Dr. J.G. Ottema. Leeuw. 1872; Dr. J.G. Ottema, Geschiedkundige aanteekeningen en ophelderingen bij Thet Oera Linda Bôk. Leeuw. 1873. Verder: De Koninklijke Akademie en Thet Oera Linda bôk, 1874. Prof. Vitringa, Historische schetsen met eenige in- en uitvallen naar aanleiding van Thet Oera Linda bôk. Dev. 1874. J. Beckering Vinckers. De onechtheid van het Oera Linda bôk, aangetoond uit de wartaal waarin het is geschreven. Haarl. 1876. En: Wie heeft het Oera Linda boek geschreven? Kampen 1877. Daar bleef het bij, tot in 1927 M. de Jong in zijn proefschrift het vermoeden opperde, dat Eelco Verwijs toch de mystificatie op zijn geweten had, om de ophemeling van al wat Fries was aan de kaak te stellen. Mr. P.C.J.A. Boeles bleef bij de vorige opvatting; J.J. Hof dacht aan Over de Linden en Verwijs te zamen. H. Brugmans schreef Nieuws over het Oera Linda Bôk? 1928. De enige, die nog aan de echtheid geloofde, was Herman Wirth, in zijn boek Die Ura Linda Chronik, Jena 1933. zie Ottema. Doch in 1951 verscheen de 2e druk van het boek van J.F. Overwijn met de oorspronkelijke tekst en de Ned. vertaling; de eerste druk is van 1941. Schrijver betoogt dat het Oera Lindaboek uit het Keltisch is en in verband staat met het verzonken werelddeel Atlantis. Verder verscheen van C. Molenaar een nieuwe studie over Het Geheimzinnige Handschrift van de familie Over de Linden, 1951. |
|