In de 18e eeuw vooral Poot, maar ook Dirk Smits, N.S. van Winter en De Marre. In proza Justus van Effen: 85ste en 89ste Vertoog. Zie verder H. Snakenburg; daarna Van de Kasteele en vooral Elisabeth Maria Post en Feith, (Herfstzang, 1790). Ook Van Alphen (De Starrenhemel). De Perponcher schreef De Beschouwing der Natuur op hooge Bergen; Simon Stijl dichtte Zanglust bij het zien der stille Zee.
De voornaamste der dichters van natuurgevoel in de 19e eeuw was Staring, en na hem zijn landsman Sloet tot Oldhuis. D.J. van Lennep droeg 1826 zijn Hollandsche Duinzang voor in het Instituut. Bilderdijk vertaalde Het Buitenleven uit het F. van Delille. Bij de Vlaamse schrijvers Conscience en Gezelle en daarna het uitbundigst van allen Stijn Streuvels. In het Afrikaans Leipoldt.
A.E.C. v.d. Looy van der Leeuw schreef 1910 Natuurgevoel in de M.E. Ned. Letteren.