[Clément Marot]
Marot, Clément -, 1496-1544, de eerste F. Renaissance-dichter; de voorganger der Pléiade. Nagevolgd door Lucas de Heere. Dichtte nog balladen en rondelen, maar maakte ook reeds modern werk. Van nog veel meer belang voor de Nederlanden werd zijn psalmberijming (met De Bèze); deze werd namelijk vertaald door Dathenus en tweehonderd jaar alom gezongen, zij het ook dat alle noten werden aangehouden als van gelijke waarde. Marots psalmvertaling zag in 1539 buiten zijn weten te Straatsburg het licht; in 1542 gaf hij ze zelf uit. In 1561 kwam het volledige werk, 1/3 van Marot, 2/3 van Beza. Hij was dienaar van koning Frans I, gevangen te Pavia, 1525, daarna in F. gevangen als ketter, vluchtte naar Margareta van Navarra en naar Ferrara; 1535 terug aan 't F. hof. Opnieuw gevlucht, naar Genève; vandaar wegens zijn ongeregeld gedrag verdreven naar Turijn. Zijn avonturen beschreven in 't Leven en Bedrijf van Marot, uyt het Fransch, door Jan Zoet; 5e druk 1660.