Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Philips van Marnix van St.-Aldegonde]Marnix van St.-Aldegonde, Philips van -, 1540-'98, dichter, prozaschrijver, staatsman, godgeleerde; de rechterhand van Prins Willem. Zijn hoofdwerk is de Biëncorf der H. Roomscher Kercke, 1569, een felle aanval op de R.K. kerk, naar de vorm een uitleg van de Zendbrief van Hervet; zie daar. Spottend opgedragen aan bisschop Franciscus Sonnius, ‘Vader aller nieuwe Bisschoppen in de Nederlanden’. Het boek heette gemaakt te zijn door Isaac Rabbotenu van Leuven, ‘licentiaet in de Pauselicke Rechten’. Ook staat het Wilhelmus op naam van Marnix. Hij was een edelman uit Brussel, studeerde te Genève bij Calvijn, trok bij de komst van Alva naar Duitsland, sloot zich aan bij Prins Willem; werd 1583 burgemeester van Antwerpen, dat hij in 1585 moest overgeven; trok zich terug op zijn kasteel te West-Souburg; werd 1594 door de Staten-Generaal uitgenodigd, de Bijbel te vertalen en vestigde zich te Leiden, waar hij †. Repos ailleurs was zijn levensspreuk. Proefschrift over Marnix van Dr. G. Tjalma, 1896. Zijn grootvader was een edelman uit Savooie, die met Margareta van Parma te Brussel kwam; zijn moeder was een Bourgondische edelvrouw. Hij zelf is vóór alles de strijder voor 't Hervormde geloof. Met zijn broer Jan van Thoulouse sloot hij zich aan bij 't Verbond der Edelen. En dan kwam weldra zijn eerste geschrift, een verontschuldiging van de Beeldenstorm: Van de beelden afgheworpen in de Nederlanden. En daarnaast in het F.: Vraye Narration et Apologie des choses passées au Pays-Bas en l'an 1566. In deze beide geschriften de gedachte, dat men de koning eren moet, maar dat men meer gehoorzaamheid schuldig is aan God. Al waren ze naamloos verschenen, Marnix week uit en werd tot eeuwige verbanning veroordeeld, 1567. De Biëncorf van 1569 was zijn antwoord, het belangrijkste Ned. werk der 16e eeuw en na Erasmus het meest gelezen. Marnix verdedigt er de gevoelens der Calvinisten en uit zijn bittere verontwaardiging over de kettervervolging. Van een vergelijking van de R.K. kerk met een bijenkorf is maar weinig sprake, maar dat zal de schrijver niet gehinderd hebben: op de strijd om het geloof kwam het aan. De bisschop van Roermond liet het boek verbranden, maar nog in de 16e eeuw verschenen 7 drukken. Aan zijn psalmvertaling bleef hij voortwerken; eerste druk 1580; in 1591 verscheen de 2e verbeterde druk, bijna een geheel nieuwe berijming. De eerste druk was afgekeurd door de Synode van Z. Holland, 1581, omdat Marnix vreemde woorden door Nederlandse vervangen had. Hij had bovendien, evenals Utenhove en Wingius, het woord du behouden. En in 1591 was Datheen reeds geheel ingeburgerd; al zijn ‘schaven’ (het woord is van hemzelf) had niets geholpen, al behoort zijn vertaling tot de beste, met afwisseling van maat en zangwijzen, in zuivere, eenvoudige taal: Straf doch niet in ongenaden
Mijn misdaden,
Heer, maer heb met my gedult!
De Nationale Synode van 1586 in Den Haag nam het besluit tot invoering van Marnix' Psalmen, maar het ging niet meer. In 1588 na de ondergang der Armada verscheen Marnix' vlugschrift Heylige Bulle ende Crusade des Paus van Rome; in 1589 kwam zijn Trouwe Vermaninghe aende Christelycke Ghemeynten, uit bekommering over het lot der Hervormden in de Z. Nederlanden. Voor hen vooral waren ook zijn Schriftuerlicke Lofsangen. Tegen de Libertijnen gericht was zijn Ondersoeckinge ende grondelycke wederlegginge der geestdrijvische leere; tegen mannen als Coornhert, zowel als tegen wederdopers en dwepers als David Joris. De Biëncorf werd bestreden door Martinus Donckanus, pastoor te Amsterdam met een Corte Confutatie ende Wederlegginghe van den Biëncorff, 1578. Verder door pastoor Jan Coens, Joannes Molanus (in het L., 1570) en de Jezuïet Jan David. Maar van meer betekenis was de beroemde kardinaal | |
[pagina 335]
| |
Belarminus, die van 1576-'89 te Rome voordrachten hield, van 1581-'92 uitgegeven. Daartegen bedoelde Marnix op te komen in een groot F. werk Tableau des Différends de la Religion (overzicht van de verschillen in de godsdiensten), d.i. de Biëncorf vermeerderd en uitgebreid. De uitgave is bezorgd kort na Marnix' dood. Marnix is de eerste voorname vertegenwoordiger van het Calvinisme in onze letteren. Zijn invloed strekte veel verder. In 1576 kwam de eerste D. vertaling van de Biëncorf, in 1579 die van Fischart, herhaaldelijk herdrukt; in 1598 kwam de E. overzetting. Voor de geschiedenis is ook van grote betekenis zijn vurige opwekking van 1572, om de Prins een goede ontvangst te bereiden in de Nederlanden: Ras, seventien provincen!
Stelt u nu op de voet,
Trekt de coemste des princen
Vriendelijck te ghemoet!
Fel was hij tegen andersdenkenden; tot in zijn ouderdom betoogde hij, dat ketters vervolgd moesten worden. Hij was tevens de steller van menig politiek strijdschrift; een van de grondleggers van 't moderne proza. Marnix' Godsdienstige en Kerkelijke Geschriften zijn 1871-'90 uitgegeven door Dr. J.J. van Toorenenbergen. Dr. J. Wille schreef 1919 over Marnix' Bijencorf; Paul Fredericq reeds in 1881 Marnix en zijn Ned. geschriften. De F. en Ned. werken van Marnix zijn van 1857-'60 uitgegeven door E. Quinet, Alb. Lacroix en Alphonse Willems; daarbij de Biëncorf. Gedenkteken te Souburg, 1872, opgericht door Antwerpenaren. Proefschrift over Marnix door G. Tjalma, 1896; een historisch-dogmatische studie. Van Toorenenbergen gaf ook de Marnixiana anonyma uit, 1903, de naamloos verschenen stukken van Marnix. In 1938 toonde Prof. Dr. Bakhuizen van den Brink in een Gidsartikel aan, dat Marnix in 1540 geboren was. Maar toen was in België het plan reeds geheel gereed voor een grootse herdenking en een groot gedenkboek. Maurits Sabbe zou de samensteller zijn, maar de dood nam hem weg. Het verscheen in 1940. Het wordt ingeleid door Frans Wittemans, waarop Prof. Dr. Hans van Werveke het boek opent met een schets van Marnix' levensloop. Verder: Prof. Dr. Leo van der Essen over de verdediging van Antwerpen; Prof. Dr. Paul de Keyser over Marnix in de letterkunde; Prof. Dr. L. Knappert over de Psalmberijming; Prof. Dr. R. Verdeyen over de taal; Prof. Tobie Joncheere over Marnix als opvoedkundige; Prof. Dr. J.H. Kernkamp over het huwelijk van Marnix' dochter; Dr. H.A. Enno van Gelder over de eerste jaren van verzet tegen Spanje. Prosper Arents stelde een bibliografie samen. Afzonderlijk verschenen Prof. Dr. A.A. van Schelven's grote werk over Marnix, 1939, en de studie van Dr. R. v. Roosbroeck, Marnix de Rebel. Briefkaarten met Marnix' beeltenis werden uitgegeven ten bate van het Nationaal Comité ter herdenking; beschermvrouwe de Koningin, voorzitter Prof. Dr. Slotemaker de Bruïne. Daartegenover het artikel van Mr. Adriaan Loosjes; zie daar. |
|