[lijkdichten]
lijkdichten, bij 't overlijden van kunstenaars; 't eerste in onze letteren van Jan Bartoen of Britoen, ‘medegheselle’ van De Roovere, de Clachte over diens dood, 1482. Op De Casteleyn reeds 10 epitaphiën; dan op Karel van Mander en Bredero en daarna in de 17e en 18e eeuw in steeds groter getal. Op Schermer 29, op Poot 18, op Feitama 15, op Rotgans, Dirk Smits; op L.W. v. Merken 19, op De Lannoy, op Pater; op Bellamy, op Nieuwland; op Uylenbroek; 16 op Feith in de Gedenkzuil; op Loots. Zie ook M.C. v. Hall en J.B. Hofman.