Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Johannes Lublink de Jone]Lublink de Jonge, Johannes -, 1736-1816, vertaalde de Fabelen van Gellert 1781-'85 en zijn Zedekundige Lessen, 1785. Van 1787 is zijn vertaling van Thomsons Jaargetyden, in proza. Maar zijn belangrijkste werk is de vertaling der Nachtgedachten van Dr. Edw. Young, zie daar; 1766; 2e druk 1785. Zoon van een rijke koopman te Amsterdam, wijdde hij zich aan de letteren; in 1795 werd hij lid der Nationale Vergadering. Hij was zwak van gezicht en werd geheel blind. Hij tekende, schilderde en speelde muziek; sprak F., D., E., Deens, Italiaans. Hij ging om met Feitama, Van Winter, Pater; zij ontmoetten elkaar in de boekwinkel van Pieter Meyer. Patriot; in Den Haag kwam hij in aanraking met Kantelaar, V.d. Palm en de dames Wolff en Deken. Later woonde hij te Utrecht en des zomers op Stadwijk bij Eemnes-Buiten of op Drakenburg bij de Vuursche. Hij schreef van 1783-'94 Verhandelingen, o.a. over den goeden schryfstyl, en Over het vertaalen, alles in de geest van het F. classicisme, zodat hij Shakespeare niet waarderen kon. Van hem ook een Verhandeling over de Kritiek met allerlei moderne begrippen. Lofrede op Lublink van C.H. Westerbaen, 1817. |
|