Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 316]
| |
schenen. Heinsius, Van Baerle, Jan Vos, Pels, Joan Pluimer en alle mindere goden werden er in bewonderd. Zo zei Broekhuysen van Antonides: o Eelste proefstuk, dat Natuur
Heeft sedert duizend jaar doen leven!
zie Antonides. II. Gedichten in de trant van Erasmus' Lof der Zotheid, zo als de Lof der Gevangenis enz., mode in de 16e en 17e eeuw. In 1664 kwam er een parodie op van een onbekende: Veeler Wonderens Wonderbaarelijck Lof, ‘behelsende het Lof van Het hatelick Podagra, Het Lijfbergende zwemmen, Dat gruwelick groot beest der Oliphant enz.’ |
|