Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 315]
| |
Lees, Neêrland, uw geluk
in d'oogstraal van uw' Koning:
Die spreide u 't zuiverst hart,
den braafsten Vorst, ten toon!
En in een ander vers Op het zelfde afbeeldsel: Met palmen van den Krijg,
met Vrede- en Kunstlauwrieren,
Omvlecht zich de eedle kruin
van Koning Lodewijk.
Opnieuw bezong Bilderdijk de koning in zijn Vreugdezang van 1808, toen de zoon geboren was, die later Napoleon III zou worden. In 1809 kwam een cantate bij 't derde verjaarsfeest van 's Konings komst tot den throon; Mevrouw Bilderdijk dichtte: God stelde, onwrikbaar vast,
dien zetel in ons midden.
In Bilderdijks gedicht Aan den Koning van 1810 smeekte hij Lodewijk, uit Parijs terug te keren bij zijn smachtend verlangende onderdanen. Om hem te huldigen bij zijn komst te Amsterdam ontwierp Bilderdijk het treurspel Floris V; zie daar. |
|