[Mr. Cornelis van Lennep]
Lennep, Mr. Cornelis van -, 1751-1813, Patriot, van een geslacht, dat in 1747 mee omhoog kwam; heer van het Huis te Manpad; dichter van F. verzen, die zijn Nederlandse brieven laat krioelen van F. woorden. Lid van Diligentiae Omnia en van het Amsterdamsch Dicht en Letteroefenend Genootschap. Dichter van Ned. verzen, gewijd aan Vriendschap, Vreugde, Vrijheid, Vaderland, en van huiselijke poëzie. Lid der Vroedschap van Amsterdam, werkte hij mee aan beleefde brieven aan de Hertog van Brunswijk en Prinses Wilhelmina, 1787. Toen de Pruisen weer weg waren, vergeleek hij Amsterdams ‘verlossing’ bij Leidens ontzet! In 1795 lid der Nationale Vergadering, voorzitter van de Representanten, nam 1798 ontslag; daarna weer gekozen als lid v.h. Wetgevend Lichaam; in 1803 lid v.d. Raad van Amsterdam. Woonde des zomers op 't Manpad bij Heemstede, genoot er van het leven