[Mr. Aart van der Leeuw]
Leeuw, Mr. Aart van der -, 1876-1931, dichter van de levensvreugde. Liederen en Balladen, 1911; Het Aardsch Paradijs, 1927, bekroond met de Van der Hoogtprijs. Schrijver van schetsen en verhalen en landelijke idyllen, vol liefde voor de natuur, vol eerbied voor de arbeid. Dan de verhalen van jeugd en jongelingsjaren: Kinderland, 1914, De Mythe van een jeugd, 1921, De Kleine Rudolf, 1930. Zijn bekendste werk is Ik en mijn speelman, 1928. Hij was geb. in Hof-Van-Delft; werd chef van financiën bij de Levensverzekeringmaatschappij Dordrecht; tot 1906. Proefschrift over Van der Leeuw van Dr. J. Hulsker, 1946. Studie over hem van J. Haantjes, 1950. F.W. v. Heerikhuizen, De Strijd van Aart v.d. Leeuw, 1951.