Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Mr. J.P. Kleyn]Kleyn, Mr. J.P. -, 1760-1805, raadsheer in het Hof van Gelderland; lyrisch dichter. Met Bellamy, Hinlopen en Ockerse bevriend; trouwde 1784 met Ockerse's zuster Antoinette, met wie hij 1786 Krijgsliederen uitgaf. Ode aan Van Alphen, 1803. Van Alphen was een van de vrienden, die opgenomen zijn in Kleyn's Dichter-Album; zie daar. Kleyns vader was rentmeester van Prins Willem V; hij erfde het buiten te Zwaluwe. In 1794 moest hij wijken; hij vestigde zich te Wageningen, werd er 1795 lid der Regering en in 1796 raadsheer te Arnhem. Zijn Anacreontische Offerhanden dagtekenen uit de tijd van de kring van Bellamy, doch werden pas in 1794 uitgegeven als Juvenilia (gedichten der jeugd); het waren ‘offerhanden’ op het altaar van liefde en deugd. Hij en zijn vrouw gaven samen een bundel Gedichten uit, 1792, ‘Deo, Patriae et Amicis,’ d.i. gewijd aan God, aan het Vaderland en aan de vrienden, onder invloed van Klopstock en Ossian. Daaraan was ook gewijd hun bundel Oden en Gedichten, uitgegeven met de muziek voor zang en klavier van C.F. Ruppe, 1788. |
|