Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend['t Kalkoensche Haantje]Haantje, 't Kalkoensche -, spotnaam van Trigland in de Rommelpot. 't Kalkoensche Haantje,
Dat zoo bloost om zijne kam,
En de jongens na de Dam
Op leert trekken met een vaantje,
Of na 't brouwers Haantje,Ga naar voetnoot1) dat
Hem bestoven zag van 't nat.
Een ander schimpdicht van Vondel heet Op Haan Kalkoen; het was nadat Trigland geijverd had voor de terugroeping van Smout. 't Gedicht geeft een duidelijke naamsverklaring: Kalkoentje is wat root van vel
En suyver geus,
Om dat de Rijnsche muskadel
Met al het suyver nat
Van 't Heydelbergsche vat
Treckt in sijn neus.
|
|