[Geert Groote]
Geert Groote, 1340-'84, uit Deventer, zoon van aanzienlijke ouders, studeerde te Parijs en Keulen, kwam tot bekering 1374 door Hendrik van Kalkar, prior van Monnik-huizen te Arnhem, waar hij drie jaar bij de Karthuizers bleef op Klarenbeek. Daarna trok hij als prediker de wereld in. Met zijn vriend Johannes Cele, rector te Zwolle, bezocht hij Ruusbroec in het Soniënbos en ook daarna kwam hij er herhaaldelijk. Hij legde met zijn vriend Floris Radewijnsz. de grondslag van de broederschap des gemenen levens. Hij stierf aan de pest, eer hij zijn plannen kon uitvoeren, maar Floris zette ze door; als Geert Groote was blijven leven, dan was hij gekomen tot de stichting van een klooster voor regulieren, zo als dat na zijn dood te Windesheim verrees.
Wel stichtte hij het eerste zusterhuis te Deventer, naast het Broeder- of Fraterhuis.
Tot dit doel stond hij in 1374 zijn ruime woning af aan de Stadsoverheid als een verblijf voor vrome arme maagden of weduwen. Ook de zusters gingen eenvoudig gekleed; zij hielden zich bezig met handenarbeid, ziekenbezoek en onderwijs. Geert Groote had zijn kamer in het zusterhuis; later stond Johannes Brinckerinck aan het hoofd van 't Meester-Geertshuis.
Geert Groote vertaalde psalmen en litanieën en van Suso: Des ewighen wijsheits ghetiden. Zijn Dietsche Vertalingen toegelicht door W. Moll, 1880.
Geert Groote spoorde de Broeders des Gemenen Levens aan tot het afschrijven van boeken, om in het bezit te komen van stichtelijke werken en om de inkomsten der gemeenschap te vermeerderen. Ook Gerrit of Gerijt de Groote, Gerardus Magnus; zijn leven beschreven door Thomas à Kempis. Hij kwam fel op tegen de misbruiken in de kerk, maar evenzeer tegen de ketters; de kerken waren te klein, als hij preekte, in Holland, het Sticht en Gelre. Daar hij geen priester was, werd hem wegens zijn fel optreden in 1383 het preken verboden. Over hem: Dr. G.H.M. Delprat en in 1875 Dr. J.G.R. Acquoy, Het Klooster te Windesheim. Zijn Leven was beschreven in het L. door Rudolf Dier van Muiden. N. van Wijk gaf in 1940 Het Getijdenboek van G.G. uit. Prof. Van Ginneken betoogde, dat Geert Groote de schrijver is van de Navolging van Christus; hij gaf over hem zes boeken uit.