[Esmoreit]
Esmoreit, ‘'s conincs sone van Sicilië,’ wordt door zijn valse oom Robbrecht verkocht aan de koning van Damascus. Volwassen geworden gaat hij op zoek naar zijn ouders; hij wordt herkend door zijn moeder, die in de gevangenis zit; de koningin wordt bevrijd. Daar is Damiët al, de koningsdochter van Damascus, die haar beminde is nagereisd als pelgrim. Nu doet de oude koning afstand; Esmoreit en Damiet worden koning en koningin van Sicilië; ‘Robbrecht hangt men hier’. Bekoorlijk abel spel, 2e helft der 14e eeuw, met als slot van de epiloog:
Al dus eest menichwerf ghesciet:
Quade werken comen te quaden loene.
Het stuk bleef bewaard in het Hulthemse hs. Uitgegeven in de Horae Belgicae, 1838, en in de Mnl. Dram. Poëzie van Moltzer, 1868-'75. Opnieuw door Kaakebeen en Ligthart, 1901. Het spel werd weer opgevoerd ter gelegenheid van het Taal- en Letterkundig Congres te Dordrecht, 1897, en sedert 1900 door het Rott. Onderwijzerstoneelgezelschap onder leiding van C. Regoor. Later door die ghesellen vanden spele van Alex de Haas telken jare te Utrecht.