Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend
[pagina 142]
| |
De voornaamste zijn: Der Sotten Schip, Brussel, 1548. De waerachtighe Fabulen der dieren, Ed. de Dene, 1567; Marcus Gheeraerts tekende er 107 prenten bij. Recht Ghebruyck ende Misbruyck van tydlycke Have, 1585, van Coornhert, gedrukt bij Plantijn te Leiden, 2e druk 1610 bij Pers. Emblemata Amatoria, door Theocritus a Ganda, d.i. Daniël Heinsius, 1608. Het Ambacht van Cupido, ook van Heinsius, 1615. Verderf-traps Beeld-Schrift ofte Heilighe Letteren, van H.L. Spieghel. Emblemata Horatiana, met 103 platen met versjes van Bredero, 1607; de platen van Vaenius. Herhaaldelijk uitgegeven ook met andere gedichtjes, o.a. in 1608 als Amorum emblemata, met gedichtjes van Hugo de Groot, Daniël Heinsius e.a. in L., It. en Frans. In de emblemata van Vaenius van 1618 zijn 70 platen met bijschriften van Anna Roemers; in die van 1683 zijn de versjes van Anthoni Jansen. Emblemata Amatoria, 1611, van Hooft. Cupido's Lusthof, door G.H. v. Breughel. Den Gulden Winckel, door Vondel, 1613. Sinnepoppen, door Roemer Visscher, 1614. Bellerophon, door D. Pz. Pers, 1614. Vorsteliicke Warande der Dieren, 1617, met de meeste prenten van Eduard de Dene, en Fabulen der Dieren, met veel van dezelfde prenten, naar het Frans van E. Perret, 1617; door Vondel. Jacob Cats, Sinne- en Minnebeelden, 1618; Maeghdenplicht, 1618; Silenus Alcibiadis of Proteus, 1619. De Maechdenplicht opgedragen aan Anna Roemers. Rodenburg, in zijn Borstweringh. Johan de Brune, Emblemata of Zinne-werck, 1624. Zacharias Heijns, Emblemata, 1625. Zevecote, Emblemata, 1626. Anna Roemers Visscher vertaalde de Emblemata van Georgette de Montenay, schreef de bijschriften bij de Sinnepoppen van haar vader en bij de platen van Otto Vaenius. Bredero schreef 1618 versjes bij de 2e druk van Thronus Cupidinis; zie daar. Vondel, Helden Godes, 1620. J. Moorman, De Cleyn Werelt, 1608. Adriaan van de Venne, Sinne-Mal, 1623; Hollandtsche Turf 1634, Belacchende Werelt, 1635; Woudt van Sinne-Fabulen der Dieren, 1632. Zacharias Heyns, Wegwyser ter Salicheyt, 1629, een Christenreize naar de eeuwigheid in proza, met versjes. J. Cats, Spiegel van den Ouden ende Nieuwen Tijdt, spreekwoorden en zinspreuken, 1632; 122 zinnebeelden; bijzonder bekend geworden. Zo ook zijn Dootkiste voor de Levendige of Sinnebeelden uit Godes Woordt. J. Krul, Minne-Beelden, 1634; Minne-Spiegel, 1639. Adrianus Hofferus, Nederduytsche Poëmata, 1635. Jan van der Veen, Zinne-beelden oft Adams Appel, 1642. Guil. v.d. Borcht, Sedighe Sinne-beelden, 1642, te Brussel. Adrianus Poirters, Ydelheyt des Werelts, 1645; te Antwerpen. Ook in Het Masker vande Wereldt afgetrocken komen 20 emblemata voor. Verder zijn Heyligh Herte, 1659, en zijn Heyligh Hof vanden keyser Theodosius, pas 1698 uitgegeven. Pieter Baardt, Deugden-Spoor, 1634. C. Udemans, Het geestelijck gebouw, 1659 Jan Luyken, Voncken der Liefde Jesu, 1687, en volgende bundels etsen met bijschriften. Anthony Jansen van Tergoes, Zinnebeelden uit Horatius, 1683. A. Spinniker, Leerzaame Zinnebeelden berijmd, 1714. Fedrus, Ezopische fabelen. Vert. d. D. v. Hoogstraten, Amst. 1704. M. fraaie portr. v .V. Hoogstraten en 105 gravures. Moons, Iacobus, Sedelyck vermaeck tonneel Antw. 1675. Met 27 embl. v .G. Bouttats. Vaenius O., Emblemata horatiana. Amst. 1684. Verryke, E., Zederyke zinnebeelden. Amst. 1713. Bloemhof der doorluchtige Voorbeelden, door Maria Heyns, 1649. El. Jocelyn-Brook, Uyterste wille van een moeder, 1698. Verzameling van Zinspreuken, door order van zijn Czaarsche Majesteit Peter Alexio, 1741. Abr. a Sancta Clara, De Kapelle der Dooden, 1737. Houbraken, Stichtelyke Zinnebeelden, 1723. Lassenius, De Hemelsche Morgendauw, 1737. Proefschrift van Dr. A.G.C. de Vries, 1899, maakt melding van 245 verschillende uitgaven. Zie verder Zinnebeelden en W. den Elgerr. Van A.E. Drijfhout 24 Emblemata, 1932. J. Hoefnagel gaf uit Patientia, 24 politieke emblemata, 1935. |
|