Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Spiegel der Salicheit van Elckerlyc]Elckerlyc, Spiegel der Salicheit van -, moraliteit uit de 2e helft der 15e eeuw. Elckerlyc is het mensdom; dit stuk herinnert aan het uur van de dood. De Dood daagt Elckerlyc voor Gods rechterstoel; Elckerlyc die zonder zorgen geleefd heeft! Gezelschap, Vrienden, Magen, Het Goed en Kracht weigeren hem te vergezellen, maar Deugd en Kennis gaan mee en helpen hem in de hemel. Het stuk is van Pieter Dorland van Diest, die de priesters in hoge ere houdt, vrij zeker zelf een priester. Volgens Th. de Jager in het ts. Roeping van 1943 moet daarom Anthonis de Roovere de dichter geweest zijn. Hij begint het stuk met God zelf, in verhevenheid ten troon gezeten, die de verschrikkelijke Dood afvaardigt, om de zorgeloze Elckerlyc in zijn schitterend gewaad te halen. Het stuk werd ± 1485 op een Landjuweel te Antwerpen bekroond. Het is niet geheel zeker, dat het stuk geen vertaling is van het E. zinnespel van Every Man; waarschijnlijk is het Ned. spel in het E. overgebracht evenals Marieken van Nimwegen. Uitgeg. d. Logeman te Gent 1892 en 1902; Dr. K.H. de Raaf, 1897; ook door H. Endepols. Prof. Dr. J. v. Mierlo schreef: De prioriteit van Elckerlijc tegenover Everyman gehandhaafd, 1948. Dan Nieuwe bijdragen met een geëmendeerde uitgave, 1949. Het Ned. stuk werd door de humanist Christianus Ischyrius omgewerkt tot een L. drama Homulus, 1536. De uitgever was een Keulse drukker Jasper van Gennep. Deze gaf in 1540 een D. drama Homulus uit, dat in 1556 weer in 't Ned. vertaald werd. Uitgegeven door J.W. v. Bart, 1904. Bovendien behandelde de Ned. humanist Macropedius dezelfde stof in zijn drama Hecastus, 1538, in Hervormde zin. Elckerlyc werd vertoond door Willem Royaards in 1909; Dr. P.H. v. Moerkerken schreef daar een inleiding bij. In Salzburg werd de D. bewerking Jedermann als openluchtspel opgevoerd. In 1951 opvoering van Elckerlyc op de Markt van Delft. Elckerlyc-studiën van L. Willems, 1934; over Elckerlyc van J.W. Muller, 1935. De stof werd bewerkt door Isaäc Vos; zie daar. |
|