Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Jonkheer Jacob Duym]Duym, Jonkheer Jacob -, 1547- vóór 1624, uit Leuven, kapitein in 't leger van de Prins, vestigde zich 1588 te Leiden en werd er hoofd van de Vlaamse Kamer D'oraigne Lelie; in 1608 ging hij naar Brabant. Schreef 12 toneelstukken, uitgegeven in het Spiegelboeck, 1600, en het Ghedenckboeck, 1606. Het eerste bevat 6 ‘spiegels’ van deugden; het tweede 6 spelen ter gedachtenis aan de moedwil der Spanjaarden: de moord op Prins Willem, 't beleg van Leiden, de inneming van Breda enz. Zijn stukken zijn verdeeld in 5 bedrijven en gedicht in ‘de Fransoische maet’, ook heeft hij komische tussenspelen. Toch is het nog in hoofdzaak rederijkerswerk. Maar hij heeft ook al een figuur als de Spaanse Brabander en hij is de voornaamste toneelschrijver van 't eind der 16e eeuw. Proefschrift van K. Poll, 1898. Door zijn kunst- en vliegwerk is hij de voorloper van Jan Vos; zie Nassausche Perseus. |
|