Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid
(1952)–K. ter Laan– Auteursrecht onbekend[Druyven-tros]Druyven-tros, door Cats aangenomen als zinnebeeld der maagdelijkheid; een gedicht over dit Wapen-schilt gaat vooraf aan de Maeghdeplicht, 1618; zie daar. Wij leven in een tijdt,
dat yder een syn Wapen
Weet, na syn eyghen sin,
van hier of daer te rapen.
Cats koos voor de maagden geen ‘vreemde beesten’, doch een druyf-tack; in zijn gedicht eindigt hij met de raad: En ghy, ô teere Maeght,
voelt ghy u Trosjen rijpen,
So laetet op sijn tijdt,
en by sijn Steeltjen grijpen.
|
|